
Ex-franchisenemer graaft eigen graf door non-concurrentiebeding te overtreden (deel 3)
Eerder werd al in deze blog (zie hier) aandacht besteed aan een (ex-)franchisenemer die door zijn franchisegever werd aangesproken vanwege overtredingen van het postcontractuele non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst. De franchisegever startte vervolgens een kort geding bij de rechtbank Gelderland om een verbod te vragen op de concurrerende activiteiten. Daar kreeg de franchisegever gelijk – zie: ECLI:NL:RBGEL:2015:2080.
In hoger beroep bekrachtigt het gerechtshof het eerdere vonnis van de voorzieningenrechter (ECLI:NL:GHARL:2015:8802 – lees het arrest hier). Uit de bewoordingen van het non-concurrentiebeding had de (ex-)franchisenemer volgens het hof kunnen begrijpen wat de implicaties zouden zijn van het beding.
Aldus het hof is de strekking van een non-concurrentiebeding dat de opvolgende franchisenemer na de beëindiging van de franchiseovereenkomst van de vertrekkende franchisenemer geen concurrentie ondervindt van de vertrekkende franchisenemer. Van concurrentie is dan sprake indien een vertrekkende franchisenemer na zijn vertrek uit de formule activiteiten verricht die de andere opvolgende franchisenemer ook kan verrichten.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Menno de Wijs, advocaat, [email protected]
Ook interessant?

