
Rechtsverwerking?
Gisteren heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel geoordeeld over de vraag of een inschrijver haar recht om te klagen had verwerkt (ECLI:NL:RBOVE:2017:3632).
Een zorginstelling had zich als geïnteresseerde aangemeld voor de ‘Aanbesteding Sociaal Werk’. Dit betrof een aanbesteding volgens de vereenvoudigde procedure voor ‘sociale en andere specifieke diensten’ zoals opgenomen in de Aanbestedingswet (art. 2.38 en 2.39 Aanbestedingswet). De aanbestedende dienst nodigde deze zorginstelling en diverse van haar concurrenten vervolgens uit voor de eerste (van de totaal drie) gespreksronde(n).
Tijdens deze eerste gespreksronde is onder andere over de wijze van aanbesteden besproken. Na de tweede gespreksronde ontving de zorginstelling een brief dat zij niet voor de derde ronde werd uitgenodigd. De zorginstelling startte hierop een procedure en stelde dat de opzet van de aanbesteding in strijd was met de aanbestedingswet en de beginselen van het aanbestedingsrecht.
De voorzieningenrechter oordeelde dat dit te laat was. Na een algemene uiteenzetting over rechtsverwerking en de Grossman-doctrine, oordeelde de voorzieningenrechter dat het op de weg van de zorginstelling lag om:
-
ofwel zich niet aan te melden voor de aanbesteding,
-
ofwel binnen bekwame tijd aan de aanbestedende dienst kenbaar te maken dat zij meent dat de aanbesteding zodanig gebrekkig is dat deze niet moest worden voortgezet en dat zij bereid was in rechte haar standpunt af te dwingen, zodat de aanbestedende dienst daarnaar had kunnen handelen.
Door haar ‘stilzitten’ had de zorginstelling haar recht om te klagen verwerkt.
Menno de Wijs en Per van der Kooij, advocaten aanbestedingsrecht
Ook interessant?

