
Afwijzen nieuwe franchiseovereenkomst geen grond opzegging
Eens in de zoveel tijd zal een franchisegever de inhoud van de franchiseovereenkomst met een franchisenemer willen aanpassen bij einde contractduur om zodoende veranderende omstandigheden en inzichten te kunnen verwerken met het oog op de voortzetting van de samenwerking. Maar wat nu als de franchisenemer niet akkoord wil gaan met de inhoud van deze nieuwe overeenkomst. Is de franchisegever in dat geval dan gerechtigd om de samenwerking met deze franchisenemer te beëindigen?
Onlangs is er door de rechtbank Rotterdam een vonnis gewezen waarin deze vraag negatief is beantwoord (ECLI:NL:RBROT:2017:2457 – klik hier voor het vonnis). De zaak betrof een franchisenemer die sinds 1997 samenwerkte met de franchisegever. Toen de lopende contractduur op haar einde kwam, verstrekte de franchisegever aan de franchisenemer een nieuwe franchiseovereenkomst met een andere inhoud dan de lopende overeenkomst. De franchisenemer was niet akkoord met de gewijzigde inhoud.
De franchisegever zegde op grond van deze weigering vervolgens per einde contractduur de samenwerking op, omdat van haar redelijkerwijs niet verlangd kon worden de overeenkomst nog te laten voortduren. De franchisenemer spande vervolgens een kort geding aan teneinde alsnog nakoming te vorderen van de overeenkomst, ook na einde contractduur.
Aldus de rechter is het nastreven van uniformiteit in alle franchiseovereenkomsten op zichzelf geen rechtvaardiging voor een opzegging. De franchisegever is op grond van de franchiseovereenkomst weliswaar verplicht om in gelijke gevallen gelijke voorwaarden te hanteren, maar dat brengt volgens de rechtbank niet mee dat franchisenemer zonder meer gehouden is om in te stemmen met aanpassing van zijn franchiseovereenkomst. De franchisegever had weliswaar een redelijke wijzigingsbevoegdheid opgenomen van de franchiseovereenkomst, maar aldus de rechter was onvoldoende duidelijk dat de gewenste wijzigingen ook gerechtvaardigd waren. De opzegging trof derhalve geen doel.
Deze uitspraak laat zien dat een franchisegever wijzigingen in de franchiseovereenkomst niet altijd eenvoudig kan doorvoeren, ook niet ook in het kader van het sluiten van een nieuwe franchiseovereenkomst. Voor diverse franchiseformules zal deze problematiek waarschijnlijk minder snel een rol van betekenis spelen, omdat in hun franchiseovereenkomsten is vastgelegd dat een samenwerking alleen zal worden verlengd als de franchisenemer geen wanprestatie heeft gepleegd en akkoord is met de inhoud van de opvolgende franchiseovereenkomst. Voor de andere formules kan deze zaak aanleiding zijn om hun franchiseovereenkomst nogmaals goed tegen het licht te houden.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Menno de Wijs, advocaat, m.dewijs@declercq.com
Ook interessant?

