De discussie
Is rechtspersoonlijkheid voor robots wenselijk? Over het antwoord op deze vraag lopen de meningen sterk uiteen en wordt veelvuldig openlijk gediscussieerd. Zo ook in het twistgesprek tussen universitair docenten van twee Nederlandse universiteiten in het NRC. Waar de één betoogde dat er niks mis is met de ontwikkeling en herziening van een juridisch raamwerk voor AI en robotica en dat dit getuigt van een vooruitziende blik, betoogde de ander dat het de vraag is welk probleem wij als samenleving daarmee eigenlijk willen oplossen? Het zou volgens hem goed zijn na te denken over kwesties rondom aansprakelijkheid. Het zou echter geen goede zaak en onwenselijk zijn een toekomst te schetsen waarin robots een rechtszaak tegen mensen kunnen beginnen.
Om een standpunt in te kunnen nemen in deze discussie is het van belang vast te stellen wat het nu concreet inhoudt als robots rechtspersoonlijkheid bezitten.
Rechtspersoonlijkheid
Rechtspersoonlijkheid voor robots betekent dat zij zelfstandig aan het rechtsverkeer kunnen deelnemen. Zo kunnen zij overeenkomsten sluiten, maar kunnen ook schade veroorzaken en aansprakelijk worden gesteld. Rechtspersoonlijkheid kan uiteraard alleen aan de orde zijn bij robots die autonoom opereren zonder menselijke instructies of toezicht en niet bij robots die instructies van mensen of bedrijven opvolgen.
Op basis van ons huidig recht hebben natuurlijk personen en rechtspersonen rechtspersoonlijkheid. Dat een robot niet gelijk kan worden gesteld met een natuurlijk persoon, zal voor iedereen op eerste gezicht helder zijn. Tegelijkertijd wordt in de literatuur het (in mijn ogen niet irrelevante) punt aan de orde gesteld dat de Nederlandse wet geen definitie van een natuurlijk persoon geeft. De wet stelt slechts “allen die zich in Nederland bevinden, zijn vrij en bevoegd tot het genot van de burgerlijke rechten’. De relevantie van de vraag of een robot al dan niet gelijkgesteld kan worden met een natuurlijk persoon dringt zich op wanneer we ons realiseren dat er vele natuurlijk personen zijn die (soms meerdere) kunstmatige delen van het lichaam hebben. Bovendien zijn niet alle natuurlijk personen “bevoegd tot het genot van de burgerlijke rechten”. Denk aan minderjarigen of mensen die onder curatele zijn gesteld. Ook tegen criteria als ‘vrij’ is het een en ander in te brengen. Zo hebben ook dieren immers een vrije wil.
In Saoedi-Arabië heeft men besloten dat de robot wel degelijk gelijk te stellen is met een natuurlijk persoon. In 2017 is aan de robot Sophia het staatsburgerschap toegekend. Sophia heeft dezelfde rechten als een Saoedische man. De robot is een sociaal humanoïde robot met een vrouwelijk uiterlijk gemodelleerd naar de actrice Audrey Hepburn. Sophia is in staat om menselijke gezichten te herkennen, emoties te herkennen, maar heeft ook haar eigen emoties. Ook Japan heeft het staatsburgerschap verleend aan een robot; chatbot Shibuya Mirai.
Vragen?
Heeft u vragen over rechtspersoonlijkheid voor robots, neemt u dan contact op met Natascha van Duuren.
Ook verschenen in deze blogserie:
Deel 1: Achtergrond en stand van zaken
Deel 3: Kan een robot in ons rechtstelsel worden gelijkgesteld met rechtspersonen?
Deel 4: Een Afsluiting