In deze zaak stond ik met succes het Bedrijfstakpensioenfonds bij (klik).

Via een verplichtstellingsbesluit voorkomt de minister dat aan werknemers geen of slechts een beperkte pensioentoezegging wordt gedaan. De inhoud van een verplichtstellingsbesluit komt tot stand na onderhandelingen tussen sociale partners. Dit verplichtstellingsbesluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. De vraag is vervolgens welke werkgevers onder dat verplichtstellingsbesluit vallen. Wat is de reikwijdte? Afgelopen jaren heeft ons kantoor letterlijk honderden werkgevers getoetst aan verplichtstellingsbesluiten. De argumenten die de revue passeren zijn talrijk.

In de nu gepubliceerde uitspraak oordeelde de rechter dat ondanks een nauwe band van een werkgever met haar moedervennootschap, de werkgever toch als onderneming kwalificeerde. De gestelde omstandigheden dat de moedervennootschap de in- en verkoopprijzen bepaalde, een verbod had opgelegd om goederen te verkopen die niet van de moedervennootschap afkomstig waren en dat de werkgever financieel afhankelijk was van de moedervennootschap, maakten geen verschil. De rechter geeft aan dat iedere andere uitleg zou betekenen dat de werkgever, door middel van interne afspraken met haar moedervennootschap, onder deelname aan het verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfonds uit zou kunnen komen en dat dit een onaannemelijk – en ongetwijfeld onwenselijk – rechtsgevolg is.

Vragen?

Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met Menno de wijs