Welke wijziging?
Vanaf 1 juli 2023 moeten zorginstellingen de zorgverleners in de gelegenheid stellen invloed uit te oefenen op het primaire proces van zorgverlening en het zorginhoudelijk beleid van de organisatie. De Wet kwaliteit, klachten en geschillen (Wkkgz) wordt daarvoor aangepast. Als uitgangspunt geldt dat binnen zorginstellingen niets over de vakinhoud en beroepsontwikkeling wordt besloten zonder de zorgverleners daarbij te betrekken.
Wat is het doel van de wijziging?
Deze wetswijziging moet leiden tot het vergroten van de kwaliteit van de zorg, het vergroten en verbreden van de betrokkenheid van de zorgverleners en het behouden van medewerkers, dan wel tegengaan van een oplopend personeelstekort. De bestuurders, directie of leidinggevenden blijven verantwoordelijk voor het nemen van (zorginhoudelijke) besluiten en vormen van beleid, maar zij zullen wel op regelmatige basis de zorgverleners de mogelijkheid moeten bieden hun professionele opinie over de zorgverlening te geven. Dit moet leiden tot binding aan de zorginstelling en een waardevolle professionele bijdrage aan de grote uitdagingen waar de zorg de komende jaren voor staat.
Daar komt bij dat deze wetswijzing na de versterking van de medezeggenschap in de Governancecode Zorg 2022 een belangrijke stimulans voor werkgevers in de zorg is om ook de medezeggenschap van de zorgverleners op dit vlak zorgvuldig vorm te geven.
Wat wordt er van een zorginstelling verwacht?
In de wet wordt alleen vastgelegd dát zorgverleners invloed moeten kunnen uitoefenen op het primaire proces van zorgverlening en zorginhoudelijk beleid, maar niet hóe zij dat moeten doen. De wijze waarop de invloed tot uiting moet komen kan de zorginstelling dan ook zelf bepalen. Deze open norm moet zorgen voor maatwerk. Het is wel belangrijk dat zorginstellingen een plan maken voor de wijze waarop zij aan deze open norm invulling zullen geven en uiteindelijk ook kunnen toelichten dat dit plan is uitgevoerd. Daarbij is van belang dat er op structurele en regelmatige basis overleg heeft plaatsgevonden en hoe dat overleg door de zorgverleners wordt ervaren. Dit plan kan in het jaarlijkse kwaliteitsgesprek worden besproken met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).
Hoe kan daaraan invulling worden gegeven?
Hoewel iedere zorginstelling de open norm zelf kan invullen, zijn er wel een aantal voorbeelden genoemd bij de toelichting op het wetsvoorstel van gremia of functies waaraan kan worden gedacht en/of die in de praktijk al bestaan:
- Een (multidisciplinaire) professionele adviesraad (PAR) of een Verpleegkundige & Verzorgende Adviesraad (VAR): deze gremia adviseren de directie of raad van bestuur van een zorginstelling ter borging en verbetering van de kwaliteit van de zorg. De adviezen die worden uitgebracht, houden meestal verband met de patiëntenzorg en het inhoudelijke werk van de verpleegkundigen en verzorgenden.
- Een verpleegkundigenplatform: dit gremium zou kunnen dienen als adviesraad op het niveau van de afdeling/divisie.
- De aanstelling van een Chief Nursing Officer (CNO): dit is een verpleegkundige die is aangesteld met als specifiek aandachtsgebied het borgen en verbeteren van de inhoudelijke verpleegkundige beroepsuitoefening.
- Het opnemen van een zorgverlener in de Raad van bestuur: dit gebeurt bijvoorbeeld in de verpleeghuiszorg, waar in het ‘kwaliteitskader verpleeghuiszorg’ deze optie al expliciet is opgenomen.
- Informeel overleg: in kleinere zorginstellingen vindt er vaak informeel overleg plaats over het primaire proces van zorgverlening en zorginhoudelijk beleid. Dit overleg hoeft niet te worden geformaliseerd, maar moet wel regelmatig plaatsvinden.
Werk aan de winkel of is het plan al klaar?
Zorginstellingen mogen zelf bepalen hoe zij professionele invloed van zorgverleners op het primaire proces en zorginhoudelijk beleid zullen borgen. Vaststaat wel dát er een vorm moet worden gekozen die tegemoet komt aan de wensen van de zorgverleners. Wellicht volstaat de huidige medezeggenschapstructuur, dat lijkt in ieder geval zo als er al een VAR of andere adviesraad aanwezig is. Is zo’n gremium, specifiek voor zorgverleners, er nog niet? Dan is er werk aan de winkel! Wij denken graag met u mee voor het vinden van een passende invulling.
Renate Vink-Dijkstra, Advocaat/partner Arbeid, Medezeggenschap & Pensioen
Barbara van Dam-Keuken, juridisch medewerker