Achtergrond

Na drie maanden corona heeft het kabinet geconstateerd dat de economie in een nieuwe fase is beland en het helaas niet langer realistisch is ontslagen en faillissementen te voorkomen. Ook de economie zal zich moeten aanpassen aan een nieuwe realiteit. Dit betekent onder meer veranderende bedrijfsmodellen met een andere inzet van mensen en middelen. Als voorwaarde voor een beroep op de nieuwe regeling geldt dan ook dat werkgevers zich in moeten spannen om hun werknemers te stimuleren om aan bij- of omscholing te doen. Zo kunnen werknemers zich voorbereiden op een andere manier van werken of ander werk. Wat onder deze verplichting precies moet worden verstaan, is echter (nog) niet duidelijk. Hierbij alvast een paar aandachtspunten.

Inspanningsverplichting werkgever

Werkgevers moeten hun werknemers stimuleren om aan bij- of omscholing te doen. Dat betekent niets meer en niets minder dan dat de werkgever zich zal inspannen om werknemers te bewegen aan bij- of omscholing te doen. De werkgever kan uiteraard daarmee niet garanderen dat zij hun baan kunnen houden of de transitie naar ander kansrijk werk daarmee zeker is. In het kader van goed werkgeverschap mag hier echter wel het nodige van de werkgever worden verwacht. Dat geldt ook voor de werknemer. Ook van werknemers mag in het kader van goed werknemerschap  worden verwacht dat zij bereid zijn in hun eigen marktwaarde te investeren.

Deze scholingsverplichting sluit overigens nauw aan bij de scholingsverplichting die al op grond van de WWZ (art. 7:611a BW) op werkgevers rust. Door de inspanningsverplichting tot scholing als voorwaarde voor een beroep op de NOW 2.0 op te nemen zullen werkgevers hier daadwerkelijk werk van moeten maken. Om werkgevers daarbij te helpen is er een crisispakket in de maak.

Crisispakket NL leert door

Dit crisispakket heeft als doel mensen te ondersteunen die hun werk als gevolg van de crisis (dreigen te) verliezen en ander werk zullen moeten zoeken. Zo zullen in sommige sectoren (horeca, luchtvaart, cultuursector) banen verloren gaan, terwijl in andere sectoren (zorg, ICT, overheid) juist behoefte aan extra personeel ontstaat. Wat dit pakket precies inhoudt en welke kosten hier precies onder vallen moet nog worden uitgewerkt. Wel is duidelijk dat het pakket bestaat uit ontwikkeladviezen en online scholing, die mensen vanuit huis kunnen volgen. Dit pakket, dat vanaf juli in werking zal treden, zal vooralsnog gelden tot eind 2020. Voor dit pakket wordt 50 miljoen euro (inclusief uitvoeringskosten) beschikbaar gesteld. Hoe concreet aan die ontwikkeladviezen opvolging moet worden gegeven, welke online scholing precies wordt aangeboden en welke scholingskosten werkgevers voor hun werknemer vergoed krijgen is nu nog niet duidelijk.

Werkgevers kunnen echter ook nu al investeren in scholing van hun medewerkers. Wij zijn van mening dat dat ook verstandig is. Zeker met de navolgende tips.

Scholingskosten in mindering brengen op transitievergoeding

Onder voorwaarden kunnen transitiekosten en inzetbaarheidskosten door de werkgever in mindering worden gebracht. Dit betekent dat kosten voor scholing op de transitievergoeding in mindering kunnen worden gebracht als sprake is van:

  • kosten voor scholing die de werkgever moet maken met het oog op de transitie van de werknemer naar een andere werkgever (transitiekosten);
  • kosten voor scholing die verband houden met het bevorderen van de bredere inzetbaarheid van de werknemer tijdens de arbeidsovereenkomst en die erop gericht zijn om de werknemer breder inzetbaar te maken op de arbeidsmarkt (inzetbaarheidskosten).

Wel moet dan aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Zo moeten bijvoorbeeld de kosten op voorhand en schriftelijk aan de werknemer zijn meegedeeld en moet de werknemer er op voorhand schriftelijk mee hebben ingestemd dat deze kosten in mindering worden gebracht op zijn transitievergoeding. Bovendien geldt een beperkte periode. Deze vastlegging is essentieel en luistert nauw. Advies daarover is verstandig.

Het lijkt er vooralsnog op dat het niet de bedoeling is dat de kosten voor online scholing zoals voorzien in het “Crisispakket NL leert door” zondermeer met de transitievergoeding kunnen worden verrekend.

De rol van de medezeggenschap

Net als in de eerste NOW-regeling geldt dat de werkgever verplicht is de medezeggenschap (OR of PVT) of bij gebreke daarvan de individuele werknemers te informeren als van de regeling gebruik wordt gemaakt. In de nieuwe regeling staat expliciet vermeld dat verondersteld mag worden dat de medezeggenschap dan wel de werknemers, de werkgevers dan ook op die inspanningsverplichting tot scholing zullen aanspreken. Scholing is een gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid. Van werkgevers en werknemers.

De OR hoeft de uitwerking van het “Crisispakket NL leert door” uiteraard niet af te wachten. Zo kan de OR gebruik maken van zijn initiatiefrecht. Een instrument bij uitstek om, mede gelet op de zorgtaak van de ondernemingsraad, thema’s die zien op het sociale beleid in ruime zin onder de aandacht van de ondernemer te brengen.

Praktische tips

Als werkgevers gebruik willen maken van staatssteun in de vorm van NOW 2.0 zullen zij moeten kunnen aantonen dat zij aan hun inspanningsverplichting ten aanzien van bij- en omscholing hebben voldaan. Waar moeten je als werkgever op letten?

  • Informeer aantoonbaar/schriftelijk de medewerkers over deze nieuwe maatregel;
  • Betrek de medezeggenschap hierbij voor input;
  • Inventariseer aan welke functies/competenties de komende maanden behoefte bestaat en welke medewerkers voor bij- en omscholing in aanmerking komen;
  • Inventariseer hoeveel budget er voor scholing is, zodat duidelijk is in hoeverre een beroep op de nieuwe regeling mogelijk/wenselijk is;
  • Stel samen met de OR een interne procedure op, zodat medewerkers weten aan welke criteria ze moeten voldoen om voor bij- en omscholing in aanmerking te komen en hoe ze daar een beroep op kunnen doen;
  • Maak schriftelijke afspraken met werknemers om deze kosten eventueel in mindering te brengen op de transitievergoeding voor het geval ze niet onder de NOW 2.0 mochten vallen;
  • Cursussen hoeven niet perse door een externe partij te worden verzorgd. Medewerkers kunnen ook heel goed van hun collega’s leren. Inventariseer in de organisatie wat daarvoor de mogelijkheden zijn, wie kan dat en wat kan er verteld of geleerd worden;
  • Houd per werknemer een goede administratie bij van de kosten en scholingsmogelijkheden die worden gefaciliteerd;
  • Check welke, gesubsidieerde, scholingsmogelijke er  verder nog zijn. Denk bijvoorbeeld aan branchegerichte Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen, de Stimuleringsregeling voor Leren en ontwikkelen In Mkb-ondernemingen (SLIM) etc.
  • Wees niet te karig met het aanbieden van scholing. Scholing is een diepte-investering en nuttig en nodig voor de continuïteit van de onderneming. Ook als daarvoor niet een specifieke subsidie ter beschikking wordt gesteld;

Conclusie

De coronacrisis heeft geleid tot een nieuwe economische realiteit. In sommige sectoren worden mensen ontslagen, terwijl ze in andere sectoren mensen tekort komen. Sommige organisaties floreren, andere bedrijven gaan failliet en weer andere bedrijven kunnen door een herstructurering de crisis net aan het hoofd bieden. Om de economie weer in balans te brengen en ervoor te zorgen dat de juiste medewerkers op de juiste plaats werken, is en blijft scholing cruciaal. Maak gebruik van de mogelijkheden die er zijn. Met of zonder de regeling van de NOW 2.0.

 

Vragen?

En mocht u nog vragen hebben? U weet ons te bereiken via de mail of telefonisch.

Henriëtte van Baalen, advocaat/partner Arbeid, Medezeggenschap & Mediation en Barbara van Dam-Keuken paralegal Arbeid, Medezeggenschap & Mediation