Inschrijvers moesten beschrijven hoe zij zouden meedenken met toekomstige ontwikkelingen ten aanzien van ‘koppelingen’. Hoe beter het antwoord, hoe meer punten. Uit de voorgenomen gunningsbeslissing bleek dat de beantwoording van deze vraag het verschil kon maken tussen winnen of verliezen. Hier ontstaat de discussie.

Vanzelfsprekend moet de aanbestedende dienst zijn beoordeling motiveren. De als tweede geëindigde inschrijver stelde dat aan motivering onduidelijk was en slechts nog meer vragen opriep. Daarmee was volgens de verliezende inschrijver onduidelijk waarom de winnende inschrijver meer punten had gekregen voor haar beantwoording. De motivering was minimaal:

De winnende inschrijving scoorde meer punten door “de wijze waarop Inschrijver uitgebreide mogelijkheden biedt met betrekking meerdere (verschillende) koppelingen.

Welke mogelijkheden ‘uitgebreid’ waren of welke ‘meerdere’ koppelingen het betrof, was onduidelijk. De aanbestedende dienst voldeed niet aan haar motiveringsplicht, aldus de rechter. Die verplichting houdt in dat in ieder geval de kenmerkende en relatieve voordelen van de uitgekozen inschrijving moeten worden bekendgemaakt. De afgewezen inschrijver moet hiermee voldoende houvast krijgen om te kunnen beoordelen of een juridische procedure zinvol is (zie ook adviezen 551 en 679 van de Commissie van Aanbestedingsexperts).

De rechter oordeelde dat “De gegeven motivering zodanig vaag is, dat dit terecht (…) tot meer vragen dan antwoorden leidt.” Dat de aanbestedende dienst ter zitting alsnog een nadere motviering verstrekt is te laat.

 

 

Contact

Wilt u meer informatie, neem dan contact op met Menno de Wijs.