Wat is er gebeurd?

De kopende partij vindt dat zij door de verkoper onjuist is voorgelicht tijdens de onderhandelingen over de overname. Kort samengevat is de koper van mening dat de in de boekhouding vermelde waarde van de voorraad te hoog was. Volgens de koper was de incourante voorraad te hoog gewaardeerd en waren onjuiste fysieke tellingen van halffabricaten verricht. In de koopovereenkomst heeft de verkoper de garantie afgegeven dat de voorraden getrouw waren gewaardeerd. Nu dat niet zo blijkt te zijn, heeft ede verkoper een garantie geschonden en dient zij de schade te vergoeden, aldus de koper. De verkoper is het hier niet mee eens.

Enquêteprocedure

De koper gaat naar de Ondernemingskamer. Zij stelt dat sprake is van een geraffineerd systeem van manipulatie van de boekhouding. Daarom zijn er volgens de koper gegronde redenen voor twijfel aan een juist beleid en juiste gang van zaken binnen de vennootschap. Zij verzoekt de Ondernemingskamer om een deskundige te benoemen, die onderzoek zal doen naar het beleid en de gang van zaken. Dit is een zogenoemde enquêteprocedure (art. 2:345 BW). Deze procedure wordt doorgaans ingesteld om conflicten en geschillen binnen een vennootschap te onderzoeken en herstellen, om openheid van zaken te krijgen of om misstanden aan het licht te brengen. De Ondernemingskamer heeft verschillende bevoegdheden en kan bijvoorbeeld bestuurders ontslaan en benoemen of bepaalde besluiten vernietigen.

Volgens de verkoper is sprake van een zuiver vermogensrechtelijk geschil dat niet raakt aan de positie van de vennootschap en het functioneren van haar organen. Een enquêteprocedure is daarom niet de aangewezen route.

Vragen?

Heeft u vragen over deze blog, neemt u dan contact op met Tim de Vries.