De wetgever heeft in de wet verschillende vormen van deze beschikbare premieregelingen opgenomen:

 

  1. De solidaire premieovereenkomst (optie voor alle pensioenuitvoerders)
  2. De flexibele premieovereenkomst (optie voor alle pensioenuitvoerders)
  3. De premie-uitkeringsovereenkomst (optie voor verzekeraars en premiepensioeninstellingen)

Solidaire premieovereenkomst

Deze regeling kenmerkt zich door het collectief beleggen van de premie en het feit dat binnen deze regeling uitsluitend variabele uitkeringen mogelijk zijn. De premie wordt aangewend voor de opbouw van persoonlijk pensioenvermogen dat bestemd is voor pensioenuitkeringen. Op basis van vooraf vast te stellen toedelingsregels, passend bij de risicohouding, bepaalt de pensioenuitvoerder hoe het rendement wordt verdeeld. Daarnaast wordt in deze premieovereenkomst een solidariteitsreserve aangehouden. Dit is een collectieve vermogensreserve waarmee financiële mee- of tegenvallers collectief kunnen worden gedeeld. Onverwachte inflatie kan bijvoorbeeld door de solidariteitsreserve worden opgevangen en gebruikt worden als ‘schokdemper’.

Flexibele premieovereenkomst

  • Vaste uitkering: de pensioengerechtigde ontvangt maandelijks een vaste pensioenuitkering. Bij de keuze voor de vaste uitkering is de rentestand op het moment van pensionering bepalend. Het pensioenvermogen wordt na pensionering niet doorbelegd; dit levert minder risico op, maar ook een naar verwachting lagere uitkering.
  • Variabele uitkering: bij een variabele uitkering wordt het pensioenvermogen na pensionering nog doorbelegd. Hierdoor zullen de resultaten meer wisselen. Dit betekent meer risico, maar ook een naar verwachting hogere uitkering.

Binnen de flexibele premieovereenkomst bestaat er meer keuzevrijheid voor de deelnemers. Er wordt individueel belegd met de mogelijkheid dat de deelnemer zelf een beleggingsprofiel zou kunnen kiezen. Daarnaast kan de deelnemer kiezen uit een vastgestelde of variabele uitkering:

Financiële mee- of tegenvallers worden direct verwerkt in de persoonlijke pensioenvermogens. De demping van het risico vindt plaats via leeftijdsafhankelijke beleggingen. Daarnaast kan risicodemping plaatsvinden via de risicodelingsreserve. Dit is in beginsel een optioneel onderdeel, maar voor verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen is de risicodelingsreserve voor de onder de verplichtstelling vallende basispensioenregeling een verplicht onderdeel van de flexibele regeling.

Premie-uitkeringsovereenkomst

Deze regeling kan uitsluitend worden uitgevoerd door een verzekeraar of een premiepensioeninstelling. De premie wordt belegd en vormt samen met de rendementen het pensioenkapitaal. Een belangrijke eigenschap van de premie-uitkeringsovereenkomst is dat de deelnemer kan verzoeken om (een deel van) het opgebouwde pensioenvermogen aan te wenden voor de aankoop van een gegarandeerde vaste nominale pensioenuitkering vanaf de pensioendatum. Dit verzoek kan de deelnemer doen in de laatste vijftien jaar voor het bereiken van de AOW-leeftijd. De deelnemer kan deze uitkering inkopen op basis van het tot dan toe opgebouwde pensioenvermogen, maar ook met aanwending van alleen toekomstige premies. De premie en/of het opgebouwde pensioenvermogen kan direct worden gebruikt om die aanspraak op een periodieke uitkering in te kopen. Het verschil met de voorgaande regelingen is dat er in deze variant geen mogelijkheden zijn voor het delen van de risico’s. Het is niet mogelijk om een risicodelings- of solidariteitsreserve in te richten.

Vragen?

  1. Hoe betalen we het nieuwe pensioen?
  2. Vormen van pensioenovereenkomsten
  3. Wat gebeurt er met al opgebouwd pensioen?
  4. Het transitieplan
  5. Compensatie
  6. Arbeidsrechtelijke aspecten van de nieuwe pensioenwetgeving
  7. De rol van de medezeggenschap

 

Neem voor vragen over de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel contact op met Eveline Bakker.