Turboliquidatie - wat is het?

De wet voorziet sinds 1994 in de mogelijkheid van een ‘snelle’ ontbinding van rechtspersonen. Dat betekent een ontbinding zonder formele vereffeningsfase. Indien baten op het tijdstip van de ontbinding ontbreken, houdt de rechtspersoon op te bestaan (artikel 2:19 lid 4 BW). Deze ontbindingsvorm wordt ook wel ‘turboliquidatie’ genoemd. Een vereffeningstermijn na ontbinding ontbreekt, alsook de aanstelling van een vereffenaar, omdat er geen baten zijn en er niets meer valt te vereffenen. Het moment van ontbinding valt in dat geval direct samen met het moment waarop de rechtspersoon ophoudt te bestaan. De wet stelt bij de toepassing van de turboliquidatie geen nadere eisen aan de verantwoording over het ontbreken van baten of de afwezigheid van schulden. Het bestuur doet enkel opgave bij de Kamer van Koophandel (KvK) van het feit dat de rechtspersoon is opgehouden te bestaan en verzoekt om uitschrijving uit het handelsregister. De turboliquidatie wordt daarom beschouwd als een snelle, eenvoudige en goedkope wijze om een rechtspersoon op te heffen.

Wat is de positie van een schuldeiser bij turboliquidatie?

Na liquidatie staat een schuldeiser van de rechtspersoon in beginsel met lege handen. Verhaal op de rechtspersoon is immers niet meer mogelijk. De schuldeiser kan de rechtbank verzoeken de vereffening te heropenen, omdat er toch nog baten zouden zijn (artikel 2:23c lid 1 BW). In sommige gevallen kan een schuldeiser de bestuurder persoonlijk aansprakelijk stellen, indien hij jegens de schuldeiser onrechtmatig heeft gehandeld. Turboliquidatie met verzwijging van baten levert bijvoorbeeld onrechtmatig handelen op van de bestuurder (zie bijvoorbeeld ECLI:NL:GHDHA:2018:1677). Van crediteurenbenadeling kan verder sprake zijn als blijkt dat baten zijn verzwegen, activa voorafgaand aan de turboliquidatie aan de boedel zijn onttrokken of als er selectieve betalingen aan andere schuldeisers plaatsvonden.

Wat verandert er?

In een brief aan de Tweede Kamer van 7 oktober jl. heeft de Minister geschreven dat hij van oordeel is dat de rechtsbescherming van schuldeisers verbetering behoeft, indien een turboliquidatie wordt toegepast met achterlating van schulden. Schuldeisers worden niet vooraf geïnformeerd en raken veelal pas achteraf op de hoogte van de liquidatie.  Volgens de Minister bestaat een andere praktische belemmering voor schuldeisers erin dat relevante (verantwoordings)informatie ontbreekt. Het bestuur hoeft geen eindverantwoording af te leggen, bijvoorbeeld door middel van het deponeren van een slotbalans. Schuldeisers hebben dus geen actueel beeld van de financiële situatie ten tijde van de toepassing van een turboliquidatie, weten niet waarom baten ontbreken of vanaf welke datum de activiteiten zijn gestaakt. Hierdoor is voor schuldeisers onduidelijk waar zij aan toe zijn. Door het ontbreken van financiële verantwoordingsinformatie kan misbruik te gemakkelijk onopgemerkt blijven.

De Minister stelt de volgende maatregelen voor:

  • Het bestuur wordt verplicht tot het opstellen en deponeren van een slotbalans, die wordt vergezeld van een bestuursverklaring waarin wordt uitgelegd waarom baten ontbreken. Indien van toepassing worden deze stukken vergezeld van een slotuitdelingslijst. De slotbalans heeft betrekking op het boekjaar van de turboliquidatie en moet worden gedeponeerd bij het handelsregister.
  • Het bestuur moet zorg dragen voor een algemene bekendmaking van de ontbinding zonder vereffening. Bij de bekendmaking wordt vermeld dat de slotbalans met de jaarrekening ter inzage liggen bij het handelsregister.
  • Tot slot moeten vóór de doorhaling van de rechtspersoon in het handelsregister de jaarrekeningen over alle eerdere boekjaren openbaar gemaakt zijn.

Met deze verbetering en verbreding van toegang tot actuele informatie wordt volgens de Minister gewaarborgd dat schuldeisers kennis kunnen nemen van een turboliquidatie en de beschikking krijgen over meer informatie. Op grond daarvan kunnen schuldeisers afwegen of zij maatregelen willen nemen. De Minister verwacht in de loop van 2020 een voorontwerp voor wetswijziging ter consultatie aan te bieden.

Vragen?

Heeft u vragen? Neem contact op met Tim de Vries, advocaat Ondernemingsrecht.