Aannemer van verdere deelname uitgesloten
De bewuste aannemer wordt uitgenodigd een toelichting op haar aanbieding te geven. Na enige discussie sluit opdrachtgever de aannemer van verdere deelname uit; de aanbieding zou bij nader inzien niet voldoen aan de eisen uit het bestek, en gunt de opdracht aan een andere aannemer. De eerste aannemer stelt dat tussen haar en opdrachtgever een overeenkomst tot stand is gekomen; zij had blijkens het proces-verbaal van aanbesteding de beste aanbieding gedaan, en vordert nakoming daarvan.
Vordering onlangs afgewezen
De rechtbank Amsterdam heeft deze vordering onlangs afgewezen. Nu de opdrachtgever een (onderhandse) aanbestedingsprocedure is gestart, kan pas sprake zijn van een definitieve overeenkomst nadat die aanbestedingsprocedure volledig is afgerond en de opdracht definitief is gegund. Van een definitieve -of zelfs voorlopige- gunning aan de eerst gegadigde aannemer is geen sprake geweest. Het aanmerken als eerste gegadigde voor gunning kan niet als gunning worden beschouwd, ook niet indien, zoals in het onderhavige geval, niet vooraf door de opdrachtgever bekend is gemaakt dat zij een ‘tussenstap’ in de aanbestedingsprocedure zou inlassen (zoals de rechtbank het noemen van de gegadigden in het proces-verbaal heeft betiteld).
Vertrouwensbeginsel vs. gelijkheidsbeginsel
De rechtbank vindt het wel begrijpelijk dat bij de aannemer de verwachting is gewekt dat het nog maar een kleine stap zou zijn naar de (voorlopige) gunning van de opdracht. Dat gewekte vertrouwen kan de aannemer evenwel niet baten indien de aanbieding niet voldoet aan de eisen van het bestek. In een dergelijk geval móet de opdrachtgever -op grond van het gelijkheidsbeginsel- een aanbieding buiten beschouwing laten. Het gelijkheidsbeginsel heeft dus in dergelijke gevallen voorrang op het vertrouwensbeginsel.
Vragen?
Heeft u vragen over het aanbestedingsrecht, neemt u dan contact op met Per van der Kooi, en Menno de Wijs, advocaten bouwrecht en aanbestedingsrecht.