Een werknemer werkt fulltime als schoonmaker van treinen. Zijn werkzaamheden vinden zowel overdag als ’s nachts plaats. Op enig moment raakt de werknemer arbeidsongeschikt. Ongeveer 1,5 jaar later is de werknemer weer in staat zijn werkzaamheden fulltime te verrichten, ware het niet dat hij enkel in staat is overdag te werken. Tot nachtwerk is de werknemer volgens de bedrijfsarts nog niet in staat. Met 21 maanden arbeidsongeschiktheid hervat de werknemer de nachtdiensten. Gedurende 4,5 maand verricht de werknemer zijn werkzaamheden volledig. Over deze periode is er geen contact meer met de bedrijfsarts.

De werknemer valt vervolgens opnieuw uit als gevolg van dezelfde klachten. De werkgever stopt hierop de doorbetaling van het salaris, omdat zij van oordeel is dat er geen sprake is van een nieuwe periode van loondoorbetaling. De werkgever beroept zich er op, dat de werknemer de bedongen arbeid niet volledig heeft verricht, nu hij enkel in een bepaald deel van de regio was ingeroosterd vanwege zijn beperkingen en de bedongen arbeid eruit bestond dat hij juist in de hele regio werd ingezet.

De kantonrechter oordeelt dat de werknemer de bedongen arbeid volledig heeft verricht, ook wanneer hij in een bepaalde periode niet op alle locaties of groepen in de regio werkt. Dat de arbeidsovereenkomst voorschrijft dat de werknemer gehouden is het werk op alle mogelijke locaties in de regio te verrichten maakt dit niet anders.

Daarbij is de kantonrechter van oordeel dat de gezondheidstoestand van de werknemer er niet aan in de weg heeft gestaan dat hij niet overal in de regio kon worden ingezet. Dat de werknemer de wens heeft uitgesproken liever dichter bij huis ingeroosterd te worden, maakt niet dat hij om gezondheidsredenen niet overal kon worden ingezet. Met de hervatting van de nachtdiensten was de werknemer in staat de bedongen arbeid te verrichten. Nu hij deze weer voor minimaal 4 weken heeft verricht, is met de hernieuwde uitval een nieuwe loondoorbetalingsperiode van 104 weken gestart.

Een bittere pil voor de werkgever. Relevant in deze zaak is het feit dat er geen sprake is geweest van een lopende re-integratie en dat de werknemer – gedurende 4,5 maand – niet onder behandeling van de bedrijfsarts is blijven staan. Daarnaast is de werknemer weer ‘op de gebruikelijke wijze’ (van voor ziekte) ingeroosterd. Niets wijst er op dat hierbij nog rekening is gehouden met eventuele beperkingen van de werknemer.

Tip: bekijk de functiebeschrijving van een arbeidsongeschikte werknemer nog eens kritisch voor hersteld melding. Voor het starten van een nieuwe loondoorbetalingsperiode van 104 weken is namelijk vereist dat de bedongen arbeid weer volledig wordt verricht gedurende een periode van 4 weken.

Vragen?

Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog, neemt u contact op met Renée Huijsmans, advocaat arbeidsrecht en onderwijsrecht