Open house is niet een soort aanbestedingsprocedure. Het is een methode. De aanbestedende dienst contracteert simpelweg met alle partijen die zich aanmelden en die voldoen aan de gestelde criteria, zoals kwaliteits- en prijsvoorwaarden. Het is vervolgens aan de zorgbehoevende inwoner om de partij uit te kiezen die de benodigde zorg daadwerkelijk mag leveren. Aangezien de inwoner van een gemeente zelf zijn zorgverlener mag uitkiezen is de algemene lijn dat deze methode de kwaliteit en marktwerking ten goede komt. Voldoet een zorgverlener niet aan de verwachting, blijft de service achter, of levert een concurrent een hogere kwaliteit zorg, dan zal de inwoner immers eenvoudigweg kunnen overstappen.

Het nadeel van open house laat zich eenvoudig raden. Aangezien iedereen zich mag aanmelden ontstaan – met name bij grotere gemeenten – soms stapels van honderden contracten met zorgverleners. Het contractmanagement kan dus intensief zijn. Daarnaast ervaart de markt als nadeel dat de omzet op basis van de gegunde overeenkomst onzeker is.

Aanbestedingsplicht

Is gunning van een overeenkomst op basis van de open house systematiek dan nooit aanbestedingsplichtig? Ook de gunning van een overeenkomst via de open house methode kan aanbestedingsplichtig zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval indien de gemeente toch de zorgaanbieder kiest of als zij die keuze wezenlijk beïnvloedt. Overigens zal in alle gevallen de aanbestedende dienst de toelatingsprocedure tot het open house systeem bekend moeten maken, minimaal op haar website of via een (aanbestedings)platform (zie de arresten Falk Pharma en Tirkkonen).

Vragen?

Heeft u vragen over ‘open house’, neemt u dan contact op met Menno de Wijs.