De Italiaanse gemeente Bari wilde een nieuw gerechtsgebouw realiseren. Na een marktonderzoek werd een aannemer geselecteerd met wie een voorovereenkomst tot verhuur van dat gerechtsgebouw zou worden gesloten. Dat leidde tot een juridische procedure die -uiteindelijk- bij het Europees Hof van Justitie terechtkwam. De vraag die het Hof moest beantwoorden was of de overeenkomst voor de huur van een nieuw te bouwen onroerende zaak  aanbestedingsplichtig is. Het antwoord op deze vraag lijkt simpel. Het gaat hier niet om een bestaand gebouw maar om een nog te bouwen onroerende zaak. Dus geen uitzondering. De opdracht moet dus worden aanbesteed.

 

Het Hof komt via een heel andere weg tot dezelfde conclusie. De gevolgde redenering is interessant voor de aanbestedingspraktijk. Het Hof oordeelt dat niet de benaming maar het hoofdvoorwerp van de overeenkomst doorslaggevend is. Het hoofdvoorwerp van de onderhavige overeenkomst is de bouw van het gerechtsgebouw. Zonder gebouw immers geen huurovereenkomst. De huurovereenkomst in kwestie is dus feitelijk een overeenkomst voor de realisatie van een bouwwerk. Een dergelijke opdracht is aanbestedingsplichtig.De les voor de praktijk: de benaming van de overeenkomst is niet doorslaggevend. Gekeken moet worden naar het hoofdvoorwerp van de overeenkomst. Een huurovereenkomst -of een voorovereenkomst tot verhuur- kan dus aanbestedingsplichtig zijn.

Per van der Kooi en Menno de Wijs.

Vragen?

Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met Per van der Kooi of Menno de Wijs.