In Nederland zijn die aanvullende bepalingen opgenomen in de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (Uitvoeringswet).  Deze is aan het einde van 2017 bij de Tweede Kamer ingediend.

De Uitvoeringswet is beleidsneutraal. Dit houdt in dat waar in de AVG ruimte wordt gelaten voor nationale keuzes, de regels uit de Wbp zoveel mogelijk ongewijzigd zijn overgenomen in de Uitvoeringswet. Deze keuze is onder andere gemaakt, zodat de overgang van de oude naar de nieuwe situatie zo soepel mogelijk verloopt. Des te kleiner de verschillen, des te vloeiender de overgang van het huidige naar het nieuwe regime. Een voorbeeld hiervan zijn de uitzonderingsgronden op basis waarvan bijzondere persoonsgegevens mogen worden verwerkt. Deze zijn, vrijwel met dezelfde tekst, overgenomen uit de Wbp in de Uitvoeringswet.

In de Uitvoeringswet is daarnaast veel aangesloten bij hetgeen in de AVG is opgenomen. Zo staat er bijvoorbeeld in de AVG aangegeven wat de nationale toezichthouder voor taken en bevoegdheden heeft. In de Uitvoeringswet is dat ‘vertaalt’ naar de taken en bevoegdheden van de Autoriteit Persoonsgegevens, de Nederlandse toezichthouder.

Voor nu is het afwachten of de Tweede Kamer het voorstel aanneemt. In dat geval wordt het stuk doorgezonden naar de Eerste Kamer, die daar vervolgens over mag stemmen. We houden u op de hoogte.

Vragen?

Heeft u nog vragen, neemt u dan contact op met Natascha van Duuren, Advocaat & Partner IT, Privacy & Cybersecurity.