Arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht?
Voor de beantwoording van de vraag welke nationale rechter bevoegd is en welk nationaal recht van toepassing is zijn twee EU-verordeningen van belang. In de zogenoemde ‘Brussel I Verordening (1215/2012/EU, ook wel EEX genoemd) is geregeld welke rechter in internationale geschillen bevoegd is. Deze verordening bevat bepalingen met betrekking tot verbintenissen uit een arbeidsovereenkomst. De ‘Rome I Verordening (593/2008) regelt het nationale recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, zoals de arbeidsovereenkomst. Allereerst moet de rechter oordelen over de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst en of de piloot een werknemer is in de zin van genoemde verordeningen. In beide verordeningen zijn de begrippen arbeidsovereenkomst en werknemer echter niet gedefinieerd. Deze vraag moet dus beantwoord worden aan de hand van eerdere jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU). De kantonrechter oordeelt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst in de zin van beide verordeningen omdat:
- sprake is van een duurzame band waardoor de werknemer een bepaalde plaats in het bedrijf van de onderneming heeft gekregen;
- de piloot gedurende een bepaalde tijd voor een ander en onder diens leiding prestaties heeft geleverd en in ruil daarvoor een vaste maandelijkse beloning heeft ontvangen.
Welke nationale rechter is bevoegd?
Het hier ter discussie staande ‘forumkeuzebeding’ bepaalt dat de Turkse rechter exclusief bevoegd is, is overeengekomen bij het sluiten van de overeenkomst en dus vóór het ontstaan van het geschil. Op grond van art. 20 Brussel I en eerdere jurisprudentie van het HvJEU oordeelt de kantonrechter dat zo’n forumkeuze alleen is toegestaan als de werknemer de mogelijkheid heeft om zijn geschil ook aan andere gerechten voor te leggen. In dit geval mag de piloot de kwestie voorleggen aan de Nederlandse rechter nu sprake is van de volgende omstandigheden:
- Turisitk Hava heeft een vestiging in Lijnden (Nederland), waarvan de piloot zijn bedrijfsmiddelen ontvangt;
- De gewezen standplaats van de piloot is Amsterdam;
- De piloot meldt zich voor zijn werkzaamheden aan en af op Schiphol (waar het vliegtuig staat en terugkeert en hij met de crew de briefing voor de vlucht heeft).
Welk nationaal recht is van toepassing?
Voor de beantwoording van deze vraag is de Rome I Verordening van belang. Het doel van deze verordening is de werknemer als sociaal-economisch zwakkere partij passende bescherming te bieden. Uitgangspunt is dat partijen over het toepasselijke recht zelf afspraken mogen maken. Dat partijen in de overeenkomst hebben afgesproken dat Turks recht van toepassing is, betekent echter niet dat alleen het Turkse recht onder alle omstandigheden van toepassing is. Deze rechtskeuzevrijheid van partijen wordt door een aantal bepalingen in de Rome I Verordening ingeperkt. Zo mag bijvoorbeeld de werknemer niet de bescherming verliezen van de bepalingen waarvan niet bij een overeenkomst kan worden afgeweken (dwingend recht) op grond van het recht dat zonder de rechtskeuze op de overeenkomst van toepassing zou zijn geweest (art. 8 lid 1 Rome I). Dan is van belang dat een overeenkomst wordt beheerst door het recht van het land van waaruit de werknemer ter uitvoering van de overeenkomst zijn arbeid gewoonlijk verricht, tenzij uit de omstandigheden blijkt dat de arbeidsovereenkomst nauwer is verbonden met een ander land (art. 8 lid 2 Rome I). De kantonrechter oordeelt dat Nederlands recht hier van toepassing is omdat Nederland het land is waaruit de piloot zijn werkzaamheden gewoonlijk verricht en daarmee sprake is van nauwere verbondenheid met Nederland dan met Turkije. Dit blijkt onder meer uit de (hiervoor ten aanzien van de bevoegde rechter) genoemde omstandigheden. De in dit verband door Turisik Hava genoemd aanknopingspunten (zoals sollicitatiegesprekken, trainingen in Turkije, hoofdkantoor in Turkije, vliegtuigen van Turkse nationaliteit, Turkse werkvergunning, afdracht van premies in Turkije en vliegschema’s vanuit Turkije) zijn volgens de kantonrechter niet dusdanig dat sprake is van een nauwere band met Turkije.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter oordeelt als volgt. De kantonrechter Haarlem is bevoegd omdat werknemer zijn arbeid gewoonlijk verricht op Schiphol. Nederlands dwingend recht is van toepassing zodat de arbeidsovereenkomst alleen had kunnen worden opgezegd met toestemming van UWV. Nu dat is nagelaten is de opzegging niet rechtsgeldig. De opzegging wordt vernietigd zodat de piloot gewoon in dienst blijft bij Turistik Hava totdat de arbeidsovereenkomst wel rechtsgeldig zal worden beëindigd.
Conclusie
Gelet op ons werknemersvriendelijke (dwingendrechtelijke) ontslagstelsel met zijn preventieve toets en transitievergoeding, moeten Nederlandse werknemers zeer kritisch zijn ten aanzien van arbeidsovereenkomsten waarop buitenlands recht van toepassing is verklaard en waarin een forumkeuzebeding voor een buitenlandse rechter is opgenomen. In de uitspraak is de kantonrechter uitgebreid ingegaan op de toepasselijke verordeningen en jurisprudentie en is goed gemotiveerd hoe de rechter tot zijn oordeel is gekomen. In andere omstandigheden had het balletje ook de andere kant op kunnen rollen. Wij adviseren dan ook bij het aangaan van dergelijke arbeidsovereenkomsten altijd vooraf te checken wat de mogelijke gevolgen kunnen zijn. Uiteraard helpen wij u daar graag bij.
Vragen?
Heeft u vragen over het nationaal recht , neemt u dan contact op met Barbara van Dam, Paralegal.