Aanpak van wraakporno moet beter
Het stuklopen van een relatie gaat vaak gepaard met hoogoplopende emoties. Het internet blijkt voor veel ex-geliefden een platform om de ontstane frustraties – al dan niet anoniem – te uiten. Helaas komt het tegenwoordig met enige regelmaat voor dat ex-partners uit ‘wraak’ intieme foto’s of video’s online plaatsen. Soms zijn deze beelden met toestemming gemaakt, maar soms gaat het ook om stiekem genomen foto’s of video’s. ‘Wraakporno’ is een serieus probleem waarvoor een effectieve juridische oplossing nodig is.
Een hel
Neem de 21-jarige Chantal. In februari dit jaar plaatste iemand via een ‘nep-account’ intieme videobeelden van Chantal op Facebook. Bovendien zond deze persoon de videobeelden actief toe aan de vriendengroep van Chantal. De gevolgen voor Chantal zijn uiteraard verstrekkend. In het tv-programma ‘Internetpesters Aangepakt’ vertelde Chantal onlangs dat haar leven hierdoor in een hel is veranderd.
Het bewuste filmpje was gemaakt door Chantals ex-vriend. Wie het filmpje online heeft geplaatst, is helaas onbekend. Haar ex-vriend ontkent en Facebook stelt niet (meer) te kunnen achterhalen wie de persoon was. Chantal heeft ondertussen een kort geding tegen Facebook gewonnen. De rechtbank Amsterdam oordeelde eind vorige maand dat Facebook moet uitzoeken wie het filmpje heeft geplaatst. Misschien dat Chantal de verantwoordelijke persoon uiteindelijk dus nog aansprakelijk kan stellen. De schade voor Chantal is echter onomkeerbaar…
Wetgeving
Anders dan in een aantal andere landen, bestaat in Nederland nog geen specifieke wetgeving tegen wraakporno. Dit betekent echter niet dat slachtoffers altijd met lege handen staan.
Als het slachtoffer jonger dan 16 is, is strafrechtelijk optreden tegen wraakporno relatief eenvoudig. Het Wetboek van Strafrecht bevat effectieve bepalingen over het bezit en het verspreiden van kinderporno.
Een meerderjarig slachtoffer van wraakporno heeft echter minder (effectieve) mogelijkheden om strafrechtelijk op te treden tegen wraakporno. In geval van dwang, bedreiging of ‘stiekem’ gemaakte beelden kan het OM tot vervolging overgaan. In sommige gevallen kan bovendien vervolging worden ingesteld op grond van ‘belediging’ of ‘smaad’. Dit blijkt echter lang niet altijd mogelijk. Soms zal het slachtoffer daarnaast civielrechtelijk kunnen optreden tegen wraakporno; bijvoorbeeld op grond van het portretrecht of op grond van het algemene leerstuk van de onrechtmatige daad.
Hoewel de wet dus enkele mogelijkheden biedt, blijken deze in de praktijk niet altijd afdoende. Allereerst kan helaas niet altijd een beroep gedaan worden op één van de wettelijke bepalingen. Bovendien zijn bepaalde handelingen überhaupt niet strafbaar. Als naaktfoto’s opgeslagen staan op een (gezamenlijke) computer of telefoon, is het niet strafbaar deze voor eigen gebruik of voor een derde te kopiëren. De Minister heeft ondertussen aangekondigd de wet op dit punt aan te scherpen.
Bredere oplossing
Hoewel de aanpassing van de strafwetgeving een stap in de goede richting betekent, is een bredere oplossing nodig. Beelden verspreiden zich razendsnel op internet. Wachten tot het OM actie onderneemt, is om deze reden vaak geen optie.
Voor slachtoffers is het dan ook van groot belang de tussenpersonen, zoals sociale netwerken, aan te kunnen spreken. Gelukkig werken de grote sociale netwerken vrijwillig mee aan een verzoek tot verwijdering van wraakporno. Dit geldt echter niet voor alle overige internet-tussenpersonen.
Bovendien, meestal is het grote probleem dat niet helder is wie de beelden online heeft geplaatst. Veel sociale netwerken verwijderen dit soort gegevens op het moment dat de account waarmee het filmpje wordt geplaatst, wordt verwijderd. Op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) is dit in beginsel overigens ook verplicht. Ook om andere redenen weigeren tussenpersonen soms mee te werken aan de identificatie van de dader. Het voorbeeld van Chantal is hiervan een pijnlijk voorbeeld.
De Nederlandse wetgever zou dan ook, net als in bijvoorbeeld Canada, de internetdienstverleners moeten verplichten alle nodige medewerking te verlenen aan het verwijderen van wraakporno en het identificeren en vervolgen van de dader. Hiervoor is in ieder geval nodig dat internetdienstverleners verplicht worden de gegevens van de uploaders van wraakporno te bewaren en indien nodig aan politie en justitie te verstrekken. Bovendien moeten (eigenaren van) websites die het plaatsen van wraakporno stimuleren, effectief strafrechtelijk vervolgd kunnen worden.
Dergelijke wetgeving zal een afschrikwekkend effect op potentiële daders hebben: de pakkans wordt immers aanzienlijk groter. Mocht het toch misgaan, dan kan de schade voor (jonge) slachtoffers als Chantal in ieder geval beperkt worden.
Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met ons team IT, Privacy & Cybersecurity.