Het auteursrecht

Blijkens de Auteurswet is het auteursrecht het “uitsluitend recht van den maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen.” Het auteursrecht ontstaat ‘van rechtswege’. Dit betekent dat, anders dan voor bijvoorbeeld een merknaam, geen inschrijvingshandeling is verricht. Niet op iedere creatie kan echter een auteursrecht rusten: in het zeer belangrijke Infopaq I-arrest is bepaald dat voorwaarde is dat de creatie “een eigen intellectuele schepping van de auteur van het werk” is (HvJ 16 juli 2009, NJ 2011/288). De Nederlandse Hoge Raad had voor het Europese Infopaq I-arrest werd gewezen, ook al iets dergelijk bepaald. Volgens de Hoge Raad moet een werk “het persoonlijke stempel van de maker” dragen, hetgeen betekent dat het werk het resultaat moet zijn van “scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes, en die aldus voortbrengsel is van de menselijke geest.” (HR 30 mei 2008, NJ 2008/556). De Hoge Raad stelde onder meer dat een ‘gewoon gesprek’ en zelfs de beroemde ‘achterbankgesprekken’ van Willem Endstra, dermate “banaal of triviaal” zijn dat deze niet in aanmerking komen voor auteursrechtelijke bescherming. Kortom: een werk komt pas in aanmerking voor auteursrechtelijke bescherming als het een “intellectuele schepping van de auteur van het werk” is (die dus niet “banaal of triviaal” is).

Technisch bepaald

Het is vaste rechtspraak dat zogenaamde ‘technisch bepaalde elementen’ van een werk niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen. Het idee hierachter is dat voor de bescherming van dergelijke technische elementen het octrooirecht de aangewezen weg is. Dit is vermoedelijk de reden dat vaak beweerd wordt dat gebruiksvoorwerpen niet door het auteursrecht beschermd kunnen worden. Immers, een gebruiksvoorwerp bevat veelal allerlei technisch- of functioneel bepaalde elementen. Zoals altijd is de werkelijkheid echter altijd gecompliceerder. In de jurisprudentie is namelijk bepaald dat alleen de elementen die “louter technisch- of functioneel” bepaald zijn, van bescherming zijn uitgesloten. Een veelgebruikt voorbeeld is de kurkentrekker: de spiraalvorm is enkel en alleen bedoeld om een bepaald technisch- of functioneel effect te bereiken en komt daarom niet voor bescherming in aanmerking. Echter, een mooi versierde kurkentrekken komt wel degelijk voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking. De bescherming zal zich dan echter veelal alleen uitstrekken tot de vormgeving; het ijzeren spiraal an sich is niet beschermd. In de rechtspraak zijn vele voorbeelden te vinden van allerlei gebruiksvoorwerpen, van machines tot modeartikelen, die wel degelijk voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen. Kortom: ook een gebruiksvoorwerp kan auteursrechtelijk beschermd zijn, behalve de elementen die “louter technisch- of functioneel” bepaald zijn.

Amerika

Tenslotte wordt relgelmatig beweerd: “In Amerika zijn gebruiksvoorwerpen, waaronder kleding, sowieso niet beschermd door het auteursrecht”. Hoewel er een kleine kern van waarheid zit in deze stelling, is deze toch onjuist. De Amerikaanse Copyright Act bepaalt inderdaad dat restricties gelden als het gaat om een auteursrecht (‘copyright’) op gebruiksvoorwerpen (‘useful articles’). De wettelijke definitie van een ‘useful article’ luidt: “A “useful article” is an article having an intrinsic utilitarian function that is not merely to portray the appearance of the article or to convey information. An article that is normally a part of a useful article is considered a “useful article”.” De Copyright Act bepaalt vervolgens: the design of a useful article, as defined in this section, shall be considered a pictorial, graphic, or sculptural work only if, and only to the extent that, such design incorporates pictorial, graphic, or sculptural features that can be identified separately from, and are capable of existing independently of, the utilitarian aspects of the article.” Kortom: de esthetische kenmerken van een gebruiksvoorwerp kunnen wel degelijk voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen, op voorwaarde dat de esthetische kenmerken los gezien kunnen worden van de functionele kenmerken (‘conceptual separability’). Dus hoewel niet helemaal hetzelfde, is deze uitzondering op de hoofdregel enigszins vergelijkbaar met de Europese regel dat ‘technisch bepaalde’ elementen van een werk niet beschermd worden door het auteursrecht.

Vragen?

Heeft u vragen over auteursrecht, neemt u dan contact op met Natascha van Duuren, Advocaat/Partner IE/ICT-recht