De KNVvL heeft een beroep gedaan op de ontruimingsbescherming die huurders van een gebouwde onroerende zaak (die geen woonruimte of winkelruimte is) toekomt. Kort gezegd kan de huurder de rechter na het einde van de huurovereenkomst verzoeken om de termijn waarbinnen ontruiming moet plaatsvinden, te verlengen tot maximaal 3 jaar na het eindigen van de huurovereenkomst. De kantonrechter en het gerechtshof wijzen het verzoek van de KNVvL af. Het hof maakt daarbij een onderscheid tussen ‘gebouwde’ en ‘aangelegde’ onroerende zaken. De KNVvL is het met dit onderscheid niet eens. Naar zijn mening kan worden gesproken van een gebouwde zaak omdat de landingsbaan (want daar ging het om) 45 meter breed is, deze een fundering heeft van 2,5 meter diep en er zware vliegtuigen op zijn geland.
Tot voor kort werd in de rechtspraak wel aangenomen dat, als sprake was van enige bouwkundige voorzieningen die van wezenlijke invloed waren op het contractdoel, er sprake was van een gebouwde onroerende zaak. Zo is een tennisbaan wel als zodanig aangemerkt omdat sprake was van “meerdere gravellagen die bijzondere aanlegwerkzaamheden nodig maakten”. De rechtspraak op dit punt was wel erg feitelijk. Met hetzelfde gemak werd in een andere kwestie een geheel andere uitspraak gedaan. In 2005 werd bijvoorbeeld door het Gerechtshof Amsterdam aangenomen dat een geasfalteerde en van een hek voorzien parkeerterrein niet gebouwd maar aangelegd was.
De Hoge Raad oordeelt nu dat een zaak “in elk geval” als gebouwde onroerende zaak kan worden aangemerkt als zich op of onder de grond een gebouw bevindt. Een gebouw is een bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt”. Een enkele verharding is echter in de regel niet toereikend om een zaak als ‘gebouwd’ aan te merken. En dus ook niet als die verharding inclusief fundering meer dan 2 meter dik is.
Per van der Kooi, advocaat Vastgoed
Vragen?
Heeft u vragen over onroerende zaken, neemt u dan contact op met Per van der Kooi.