Ketenregeling
- Later invoeren van de wijziging van de ketenregeling, namelijk pas per 1 juli 2015 in plaats van 1 juli a.s. (zie ook Nieuw ontslagrecht: wordt de aangescherpte regeling voor tijdelijke arbeidsovereenkomsten later ingevoerd?)
- Meer keuzevrijheid voor de werkgever bij het aanbieden van een tweede contract voor bepaalde tijd. Na een eerste tijdelijke arbeidsovereenkomst zou de werkgever aan de werknemer een arbeidsovereenkomst van minimaal twee jaar en maximaal vijf jaar moeten kunnen aanbieden, zonder dat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. Op die manier zou worden voorkomen dat flexwerkers sneller dan nu het geval is hun baan zullen verliezen.
- Een snelle evaluatie van de wijziging van de ketenregeling.
- Het moet mogelijk zijn om bij cao altijd af te wijken van de ketenregeling en in de cao te bepalen dat maximaal zes tijdelijke contracten mogen worden aangegaan in een periode van maximaal vier jaar. In het wetsvoorstel is opgenomen dat dit alleen mogelijk zou zijn als dit gelet is op de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering. Voorgesteld is deze voorwaarde te schrappen.
Aanzegplicht
- Schrap de verplichting voor werkgevers om werknemers ten minste één maand voor aflopen van het contract voor bepaalde tijd te informeren over het al dan niet voortzetten van het dienstverband. In elk geval zou de boete die op verzuim is gesteld moeten worden geschrapt.
Transitievergoeding
- De transitievergoeding zou aan iedere werknemer toegekend moeten worden en niet alleen aan werknemers die ten minste twee jaar in dienst zijn geweest.
- Kleine bedrijven (minder dan 25 werknemers) zouden tot 2020 geen transitievergoeding hoeven te betalen als de werknemer ontslagen wordt wegens reorganisatie of bedrijfssluiting.
- Scholingskosten kunnen in mindering worden gebracht op de transitievergoeding. Voorgesteld is vast te leggen welke scholingskosten dit precies zijn en vast te stellen welk maximumpercentage op de vergoeding in mindering mag worden gebracht.
Herplaatsingsplicht
- In het wetsvoorstel is een algemene verplichting opgenomen voor de werkgever om zich in te spannen de werknemer te herplaatsen. Deze verplichting zou te ruim zijn. Voorgesteld is de herplaatsingsplicht niet te laten gelden voor situaties waarin de werknemer verwijtbaar heeft gehandeld en situaties waarin van de werkgever niet kan worden verwacht de arbeidsovereenkomst voort te zetten.
Bijzonder onderwijs en geestelijk ambt
- Voorgesteld is om het ontslagrecht voor werknemers in het bijzonder onderwijs en voor werknemers met een geestelijk ambt niet te veranderen. Deze werknemers zouden uitgezonderd moeten blijven van de preventieve ontslagtoets door UWV of de kantonrechter. Vanwege de vrijheid van onderwijs en de vrijheid van godsdienst zou de redelijkheid van het ontslag, zoals nu ook het geval is, achteraf moeten kunnen worden getoetst door de specialistische commissies van beroep.
WW
- Laat de WW-maatregelen ingaan op een later tijdstip en koppel de behandeling van de WW los van de andere onderdelen van het wetsvoorstel.
- Verhoog de WW-premie voor ondernemingen die veel flexwerknemers in dienst hebben.
Op 13 februari 2014 zal minister Asscher reageren op de vragen en voorstellen van de verschillende Tweede Kamerfracties. Wij houden u uiteraard op de hoogte.
Vragen?
Heeft u vragen ove3r het nieuwe ontslagrecht, neemt u dan contact op met ons team Arbeid, Medezeggenschap & Mediation.