Ontruiming

Een zoon van de bewoonster van een huurwoning werd aangehouden wegens bedreiging. Tijdens de aanhouding hing in de woning een sterke chemische lucht en werd geconstateerd dat er elektrische kabels vanuit het toilet door de gang naar de bovenverdieping liepen. Tijdens nader onderzoek werden de nodige goederen voor de vervaardiging van softdrugs aangetroffen, waaronder assimilatielampen, luchtafzuigers, groeimiddelen en een weegschaal. De burgemeester heeft op grond daarvan de woning voor de duur van drie maanden gesloten. Om die reden heeft de verhuurder de huurovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden. Nadat huurster de woning na het verstrijken van de termijn van drie maanden weer in gebruik heeft genomen (zij heeft daartoe de achterdeur laten openbreken) vordert verhuurder ontruiming van de woning. Tevergeefs!

Wetgever heeft geen koppeling gemaakt tussen ruimere bevoegdheid burgemeester en wettelijke bepaling

In het algemeen kan ontbinding van een huurovereenkomst alleen door de rechter geschieden. Slechts in een beperkt aantal in de wet genoemde gevallen kan verhuurder de overeenkomst buitengerechtelijk ontbinden, waaronder dus in het geval dat in het gehuurde drugs worden verkocht, worden afgeleverd of voorhanden zijn. Bij het verruimen van de sluitingsbevoegdheid van de burgemeester is de wettelijke bepaling omtrent buitengerechtelijke ontbinding niet aangepast. Daarom kon de verhuurder in dit geval de overeenkomst niet zonder tussenkomst van de rechter ontbinden. De huurovereenkomst bleef dus in stand en de gevorderde ontruiming kon niet op deze grond worden toegewezen.

Wetsvoorstel

Vorige week is een wetsvoorstel tot ‘Wijziging van de Gemeentewet en enkele andere wetten in verband met uitbreiding van de sluitingsbevoegdheid van de burgemeester ter handhaving van de openbare orde en om enkele omissies te herstellen’ ter consultatie  gepubliceerd, dat de buitengerechtelijke ontbinding in gevallen als deze (alsnog) mogelijk maakt.

Vragen?

Heeft u vragen over deze blog, neemt u dan contact op met Per van der Kooi.