Turboliquidatie

Vanwege de hoge inflatie, oplopende energiekosten en gebrek aan personeel overwegen veel ondernemers hun bedrijf stop te zetten. In sommige gevallen is een ondernemer aangewezen op faillissement, maar er bestaan andere wijzen van beëindiging. Een van deze mogelijkheden is de zogenaamde ‘turboliquidatie’, waarbij een onderneming zonder baten op eenvoudige, snelle en goedkope wijze beëindigd kan worden. Deze wijze van beëindiging brengt ook risico’s met zich mee zoals blijkt uit een recent vonnis van de rechtbank Rotterdam.

In een eerder blog is ingegaan op de voorwaarden voor een turboliquidatie. De turboliquidatie is een ‘snelle’ ontbinding van een rechtspersoon. De rechtspersoon heeft geen baten (meer) en vereffening is daardoor niet nodig. Een enkele opgave bij de Kamer van Koophandel van het feit dat de rechtspersoon is opgehouden te bestaan en uitschrijving uit het handelsregister is voldoende. Het is niet vereist dat de rechtspersoon geen schulden heeft. Het komt dan ook voor dat een of meer schuldeisers onbetaald blijven bij een turboliquidatie. Hierdoor kan een turboliquidatie ook misbruikt worden door een bestuurder die schuldeisers (bewust) onbetaald wil laten. Daarom is recent een wetsvoorstel ingediend om de transparantie en rechtsbescherming van schuldeisers te versterken. Mijn collega heeft hier eerder een blog over geschreven.

Bij een turboliquidatie is het dus toegestaan om schuldeisers onbetaald te laten. Een schuldeiser zal daar over het algemeen niet blij mee zijn. In een recente zaak van de rechtbank Rotterdam besloot de schuldeiser het er niet bij te laten zitten en actie te ondernemen. De bestuurder (ook enig aandeelhouder) van de ontbonden bedrijven werd persoonlijk aansprakelijk gesteld voor de onbetaalde facturen. In beginsel is een bestuurder niet persoonlijk aansprakelijk bij turboliquidatie. Dat is anders wanneer hem daarbij een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt. Daar was in deze zaak volgens de rechter sprake van.

Allereerst bleek dat de bestuurder een printer – die eigendom was van de schuldeiser – niet had teruggeven, terwijl de schuldeiser dat wel had geëist. De printer moest alsnog teruggeven worden en ook was de bestuurder schadevergoeding verschuldigd voor de periode dat deze ten onrechte niet was teruggeven. Daarnaast was gebleken dat voorafgaand aan de turboliquidatie – toen al bekend was dat niet alle schuldeisers betaald konden worden – de vorderingen van groepsmaatschappijen volledig zijn betaald en die van de (externe) schuldeiser niet. De bestuurder was daarom verplicht schadevergoeding te betalen aan de schuldeiser aangezien deze benadeeld was door de turboliquidatie.

Het beëindigen van een onderneming vereist de nodige zorgvuldigheid. Wanneer er nog baten aanwezig zijn of voorafgaand aan de ontbinding betalingen aan de bestuurder of aanverwante bedrijven hebben plaatsgevonden, kan dat reden zijn voor een onbetaalde schuldeiser om (juridische) actie te ondernemen tegen de bestuurder en zo alsnog betaling af te dwingen.

Vragen?

Heeft u vragen over het stoppen van uw onderneming, of bent u schuldeiser van een ontbonden rechtspersoon? Neem contact op met Sonja Geldermans, advocaat Ondernemingsrecht.