De ondernemingsraad heeft inmiddels instemmingsrecht bij:

  1. het opstellen, wijzigen of intrekken van de pensioenovereenkomst, ongeacht de uitvoerder;
  2. bepalingen uit de uitvoeringsovereenkomst die van invloed zijn op de pensioenregeling; en
  3. de keuze voor een buitenlandse pensioenuitvoerder.

Daarnaast is de ondernemer op grond van het nieuwe artikel 31f WOR, verplicht de ondernemingsraad te informeren over elke voorgenomen vaststelling, wijziging of intrekking van een uitvoeringsovereenkomst of uitvoeringsreglement. Met deze instrumenten kan een ondernemingsraad invloed uitoefenen op de arbeidsvoorwaarde pensioen. Maar wat kunnen werknemers in kleine ondernemingen, waar geen ondernemingsraad is ingesteld, doen als de ondernemer een collectieve pensioenregeling voor zijn personeel wil invoeren, wijzigen of intrekken? Die vraag heeft staatssecretaris Klijnsma aan de SER gesteld. Op 17 februari 2017 heeft de SER hierover geadviseerd.

In zijn advies heeft de SER een aantal concrete voorstellen gedaan om de medezeggenschap of invloed ten aanzien van pensioen in kleine ondernemingen te versterken. Deze voorstellen zien met name op de volgende aspecten:

  • Het versterken van het algemene informatierecht van de personeelsvergadering en de PVT ten aanzien van de arbeidsvoorwaarde ‘pensioen’;
  • Het opnemen van een informatieplicht voor werkgevers bij een voorgenomen vaststelling, wijziging of intrekking van een uitvoeringsovereenkomst of – reglement; en
  • Uitbreiden van artikel 35c WOR met een initiatiefrecht voor de PVT om het onderwerp ‘pensioen’ te agenderen.

Wat mij betreft verdienen deze aanbevelingen het om in adequate wetgeving te worden omgezet. De wetgever is nu aan zet. Tot die tijd is het voor PV en PVT belangrijk gebruik te maken van de bevoegdheden die de WOR nu biedt.

Vragen?

Heeft u vragen over pensioen, neemt u dan contact op met Barbara van Dam, Paralegal.