Advocaten en notariaat in Leiden en Den Haag
Menu
Ondernemingsrecht

Faillissement; wat betekent dat voor de bestuurder?

Eveline Bakker

4 mei 2022 - 2 minuten leestijd

De NOS kopte begin april dat honderdduizenden ondernemers in de problemen verkeren en dat de KVK een toename van het aantal faillissementen verwacht. Bovendien stijgen de prijzen en ontvangen coronasteun zal in sommige gevallen moeten worden terugbetaald. Kortom: een lastige periode breekt aan. Maar wat als de onderneming het onverhoopt toch failliet gaat? Wat betekent dit dan voor de bestuurder?

De wet geeft aan dat in geval van faillissement iedere bestuurder jegens de boedel hoofdelijk aansprakelijk is voor het bedrag van de schulden voor zover deze niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan, indien het bestuur zijn taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest.

Maar wanneer heeft een bestuurder zijn taak kennelijk onbehoorlijk vervuld en wanneer is dan aannemelijk dat dit een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest? Ook hiervoor geeft de wet ons handvatten. Daaruit volgt dat indien het bestuur niet heeft voldaan aan (i) de boekhoudverplichting en (ii) de verplichting tot tijdige publicatie van de jaarrekening, wordt aangenomen dat het zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld. Daarbij wordt dan vermoed dat deze onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest. De bestuurder kan aanvoeren dat andere feiten en omstandigheden een belangrijke oorzaak van het faillissement zijn geweest. Dat kan in sommige gevallen bijvoorbeeld de coronacrisis zijn. De boekhoudverplichting en de verplichting tot tijdige publicatie van de jaarrekening zijn dus belangrijk voor ondernemers die in zwaar weer verkeren. Voor de boekhoudverplichting wordt aangenomen dat daaraan voldaan is indien de boekhouding van zodanig niveau is dat men snel inzicht kan verkrijgen in de debiteuren- en crediteurenpositie op enig moment en dat deze posities een redelijk inzicht geven in de vermogenspositie.

Er bestaan nog wel uitzonderingen. Zo is de bestuurder die bewijst dat de onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur niet aan hem te wijten is en dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden niet aansprakelijk. De bestuurder dient dan alles te doen dat in zijn vermogen ligt om het onbehoorlijk bestuur af te wenden of zoveel mogelijk te beperken. In sommige gevallen kan dat ertoe leiden dat een bestuurder – indien hij het onbehoorlijk bestuur niet kan voorkomen – ontslag neemt.

Heeft u vragen over uw onderneming en/of uw positie als bestuurder? Neem dan contact op met Eveline Bakker

Ook interessant?