DEAL!

Gevolgen voor EU burgers in VK

Volgens het huidige ontwerp-terugtrekkingsakkoord blijft het EU-recht dan tot 1 januari 2021 van toepassing. Dat betekent dat – mits dit akkoord er daadwerkelijk komt – EU burgers (waaronder Nederlandse burgers) gedurende deze transitieperiode gewoon het recht houden in het VK te verblijven en te werken. Vervolgens kunnen zij per 1 januari 2021 in het VK verblijf aanvragen, en wel op basis van de ‘oude’ EU-voorwaarden. Hierdoor kunnen zij ook na de transitieperiode in het VK blijven wonen en werken.

Wat zijn dan die EU-voorwaarden voor verblijf? In het akkoord staat dat als op januari 2021 sprake is van vijf jaar onafgebroken verblijf in VK, duurzaam verblijf (‘settled status’) kan worden aangevraagd. In gevallen waarbij de verblijfsduur op 1 januari 2021 korter is, kan recht bestaan op verblijf in het VK voor de duur van vijf jaren, zogenoemd pre-duurzaam verblijf (‘pre-settled status’) met de mogelijkheid na ommekomst van die termijn een permanent verblijf aan te vragen. Een aparte werkvergunning is niet nodig.

De regeling maakt geen onderscheid tussen EU-burgers die al vóór de Brexit in het VK verbleven en EU-burgeres die in de transitieperiode (tussen 29 maart 2019 en 1 januari 2021) in het VK aankomen.

Na 1 januari 2021 houdt het vrije verkeer van werknemers op te bestaan en wordt eenieder die in het VK arriveert onderworpen aan nieuwe, nog nader te bepalen immigratieregels.

Gevolgen voor VK burgers in Nederland

Omgekeerd geldt op basis van het ontwerp-terugtrekkingsakkoord precies hetzelfde voor burgers van het VK die in een EU-land, zoals Nederland, wonen en werken. Dit mag zonder problemen worden voortgezet tot 1 januari 2021, waarna op basis van bovengenoemde EU-regels verblijf dient te worden aangevraagd.

NO DEAL!

Gevolgen voor EU burgers in VK

Als het akkoord er niet komt, dan is de situatie voor EU burgers in het VK behoorlijk onduidelijk. Het lijkt de bedoeling van de Britse regering om de verblijfsmogelijkheden zoals hiervoor geschetst in stand te houden, maar dan alleen voor EU burgers die op 29 maart 2019 al in het VK verblijven. Zij krijgen tot 1 januari 2021 de tijd om formeel verblijf in het VK aan te vragen.

EU burgers die na 29 maart 2019 het VK binnenkomen, krijgen recht op een verblijf van 3 maanden. Vervolgens zullen zij een zogenoemde ETLR (European Temporary Leave to Remain) moeten aanvragen, die tot maximaal 36 maanden kan gelden. Deze termijn kan niet worden verlengd. Dit betekent dat aansluitend verblijf in het VK zal moeten worden aangevraagd op grond van de nieuwe, nader te bepalen immigratieregels.

Gevolgen voor VK burgers in Nederland

De Nederlandse regering heeft een overgangsregeling aangekondigd die in het no-deal scenario zal gaan gelden. Gedurende de periode van 29 maart 2019 tot 1 juli 2020 (of in geval van uitstel in ieder geval gedurende 15 maanden na terugtrekking van het VK uit de EU) behouden Britse burgers (en hun eventuele familieleden die zelf geen EU nationaliteit hebben) die rechtmatig in Nederland verblijven hun rechten op verblijf, studie en werk.

Zij krijgen voor 29 maart 2019 een tijdelijke verblijfsvergunning in de vorm van een brief van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Vervolgens ontvangen zij uiterlijk op 31 maart 2020 een brief van de IND waarin zij worden uitgenodigd een aanvraag in te dienen voor een definitieve verblijfsvergunning. Voor afgifte van deze verblijfsvergunning gelden dezelfde voorwaarden als voor EU burgers. Het kan dus gaan om een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd bij een rechtmatig verblijf gedurende langer dan vijf jaar. Bij een korter verblijf kunnen VK burgers onder bepaalde voorwaarden in aanmerking voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. Met deze verblijfsvergunningen hebben VK burgers gewoon toegang tot de arbeidsmarkt. Werkgevers hebben dus geen tewerkstellingsvergunning voor hen nodig.

Let op: deze overgangsregeling geldt alleen als de VK burger al vóór Brexit als Nederlands ingezetene is ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP). Het is dan ook van groot belang zich hiervan te vergewissen.

Britse burgers die zich namelijk pas na 29 maart 2019 in Nederland willen vestigen, zullen een verblijfsvergunning als derdelander (burger van buiten de EU) moeten aanvragen. Werkgevers die hen in dienst willen nemen, moeten een vergunning voor verblijf en arbeid (bijvoorbeeld op grond van de kennismigrantenregeling) of een tewerkstellingsvergunning aanvragen.

Er zijn dus de nodige verschillen tussen beide scenario’s als het gaat om werknemers. Het blijft nog even spannend welke kant dit uiteindelijk zal opgaan. In ieder geval is het zaak om goed geïnformeerd te blijven. Wij adviseren graag in Nederland gevestigde werkgevers met Britse werknemers of met werknemers die regelmatig naar het VK worden uitgezonden. Neem dus bij vragen vooral contact met ons op.

Vragen?

Heeft u nog vragen, neemt u dan contact op met Caroline Mehlem, Advocaat arbeid en medezeggenschap