Door Zoots werd hiervoor onder meer een onderaannemer ingeschakeld voor het maken van het ontwerp voor een campagnestijl/communicatiestijl. Op verzoek van de Gemeente zijn de door deze onderaannemer bedachte en uitgewerkte ontwerpen door Zoots vervolgens aan een concurrent van de onderaannemer ter beschikking gesteld in het kader van een vervolgopdracht. De onderaannemer komt hier tegen in verweer en stelt onder meer dat dit niet mag nu hij nooit de auteursrechten heeft overgedragen. Hoe dan ook staat vast dat de overeenkomst van opdracht (naar zijn aard) een gebruikslicentie omvat ten aanzien van de ontwerpen. Vervolgens staat de omvang van deze gebruikslicentie (op de auteursrechten) centraal. Beide partijen voeren hier het nodige over aan, maar de rechtbank oordeelt vervolgens dat de onderaannemer niet voldoende weet aan te tonen dat het gebruiksrecht in omvang is beperkt. In de woorden van de rechter: “Uit het voorgaande volgt dat [eiser] de inhoud van de overeenkomst van opdracht, althans de volgens zijn stelling gemaakte afspraken omtrent een beperkt gebruiksrecht van het ontwerp, gelet op de gemotiveerde betwisting door Zootz, onvoldoende nader heeft onderbouwd terwijl dat wel op zijn weg had gelegen“.

De onderaannemer moet dus dulden hoe een derde met zijn ontwerpen aan de slag gaat, terwijl hij nooit zijn auteursrechten heeft overgedragen. De les is dus dat het bezit van auteursrecht een schijnzekerheid kan blijken en dat het altijd verstandig is om nadere afspraken te maken over de gebruiksrechten ten aanzien van auteursrechtelijk beschermde werken.

De onderhavige kwestie deed mij overigens denken aan een eerder vonnis van de rechtbank Gelderland. Dit betrof een kwestie waarbij – kort samengevat – de klant haar website op enig moment liet vernieuwen door een concurrent van de oorspronkelijke ontwikkelaar (tevens rechthebbende). Hierbij werden onder andere aan de rechthebbende toebehorende foto’s nogmaals gebruikt. Ook hier ving de auteursrechthebbende bot. De Rechtbank Gelderland oordeelde in dit verband: “dat het gebruik van de foto’s overeenkomstig het doel is waarvoor eiser de foto’s aan gedaagde ter beschikking heeft gesteld. Reeds hierom is onvoldoende aannemelijk geworden dat eiser een (…) vordering op gedaagde heeft (…) uit hoofde van auteursrechtinbreuk”.

Ook uit deze kwestie – die betrekking heeft op een in de praktijk zeer veel voorkomende casus – volgt andermaal dat het maken van heldere afspraken essentieel is. Immers: Beter voorkomen dan genezen…

Vragen?

Heeft u vragen over auteursrecht, neemt u dan contact op met Natascha van Duuren, Advocaat/Partner IE/ICT-recht