Op donderdag 7 april 2014 was de Zembla aflevering ‘De jacht op uw medische gegevens’ te zien (http://zembla.vara.nl/seizoenen/2014/afleveringen/17-04-2014). In deze aflevering kwam naar voren dat de Britse Nation Health Service 47 miljoen medische dossiers heeft doorverkocht aan verzekeraars. Deze verzekeraars koppelen deze gegevens aan kredietwaardigheidsgegevens. Op deze manier kan een inschatting worden gemaakt van het risico op longkanker. Op basis van deze inschatting worden de premies aangepast, waardoor jonge mensen met een verhoogd risico op longkanker een hogere premie moeten betalen.

Naar aanleiding van deze Zembla-uitzending overweegt het UWV dat bij verzekeraars een verhoogd risico aanwezig is dat de medische gegevens worden gebruikt voor eigen doelen van de verzekeraar, wat het UWV aanzet tot voorzichtigheid. De Centrale Raad van Beroep (‘CRvB’) gaat hier niet in mee. De CRvB oordeelde al in 2003 (ECLI:NL:CRVB:2003:AN7978) dat er geen aanleiding is om de bijzondere toestemming van artikel 8:32 lid 2 Awb te beperken tot personen die aan tuchtrecht zijn onderworpen. De CrVB oordeelde toen dat er ook voor personen die niet aan tuchtrecht zijn onderworpen voldoende reden tot geheimhouding is, omdat zij door artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht al met een jaar celstraf worden bedreigd.

In deze zaak (ECLI:NL:CRVB:2016:443) speelt het volgende: een (voormalig) werkneemster ontvangt een uitkering op grond van de Wet werk in komen naar arbeidsvermogen. In 2013 besluit het UWV dat de vrouw voor gedeeltelijke hervatting van arbeid in aanmerking komt, wat gevolgen heeft voor haar uitkering. De vrouw maakt bezwaar dit besluit, waarbij een medewerker van Achmea Schadeverzekeringen N.V. zich als gemachtigde heeft gesteld. De gemachtigde verzoekt hierbij om inzage in de medische stukken om de gronden van het bezwaar te kunnen aanvullen. Het UWV weigert deze inzage omdat geen inzage wordt verleend aan professionele rechtshulpverleners in dienst van verzekeraars anders dan rechtsbijstandsverzekeraars. Dit omdat (medewerkers van) deze verzekeraars twee rollen binnen één onderneming vervullen: die van gemachtigde van werkgevers en die van verzekeraar van medisch gerelateerde risico’s van werknemers. Dit brengt volgens het UWV een verhoogd risico met zich mee dat gebruik van de gegevens voor andere doeleinden zou kunnen plaatsvinden. Het UWV benadrukt dat zij niet wil zeggen dat Achmea in het verleden feitelijk medische gegevens die zij verkreeg als gemachtigde van werkgevers heeft misbruikt voor verzekeringsdoeleinden. Wel benadrukt het UWV dat er ten opzichte van gemachtigden die geen verzekeraar zijn, een verhoogd risico is dat gebruik voor andere doeleinden zou kunnen gaan plaatsvinden.

De CRvB oordeelt dat het door UWV aangevoerde risico op het gebruik van medische gegevens voor verzekeringsdoeleinden onvoldoende concreet is onderbouwd. Als het UWV had, voorafgaand aan het weigeren van inzage, eerst zelf onderzoek moeten doen naar de waarborgen binnen Achmea om oneigenlijk gebruik van medische gegevens te voorkomen. Nu het UWV dit niet heeft gedaan is dit geen reden om inzage in medische gegevens te weigeren, te meer omdat het UWV benadrukt dat zij niet stlet dat Achmea medische gegevens oneigenlijk gebruikt.

Al met al vind ik het lovenswaardig dat het UWV op deze manier opkomt voor de privacy van uitkeringsgerechtigden, zelfs als zij het risico nemen dat hun medische gegevens bij hun verzekeraar belanden door een gemachtigde van deze verzekeraar te kiezen. Echter, deze gemachtigden mag hun werk niet mag worden ontzegd enkel en alleen omdat Zembla misbruik aantoont in het Verenigd Koninkrijk. Wel hoop ik dat het UWV op deze weg doorgaat, bijvoorbeeld door schadeverzekeraars te vragen om aan te tonen welke organisatorische maatregelen zij hebben genomen om misbruik van medische gegevens te voorkomen.

Vragen?

Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog, neemt u dan contact op met Natascha van Duuren, Advocaat/Partner IE/ICT-recht