De digitale kluis sloot om 11:00 en CSC was te laat om haar inschrijving hierin te plaatsen. Volgens CSC kwam dit door een storing op TenderNed, en zou haar inschrijving om deze reden ‘gewoon’ moeten worden meegenomen in de beoordeling. In deze uitspraak (ECLI:NL:RBZWB:2015:2603) oordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant dat, mocht er al sprake zijn geweest van een storing, deze voor rekening en risico van de inschrijver komt.

CSC stelt dat haar inschrijving niet tijdig is geplaatst in de digitale kluis van de onderhavige aanbestedingsprocedure door omstandigheden die te wijten zijn aan TenderNed. Daardoor komen deze omstandigheden volgens CSC voor risico van de gemeente, die zich immers van TenderNed heeft bediend. Uit het logboek van TenderNed blijkt dat CSC weliswaar voor 11:00 documenten heeft geüpload, maar dat de TAN-code die per SMS wordt verzonden en ter controle moet worden ingevoerd niet (of niet correct) is ingevoerd. Nu het logboek geen aanwijzingen geeft voor een technische storing, acht de voorzieningenrechter het niet aannemelijk dat CSC haar inschrijving door een technische storing niet heeft kunnen doen.

Hoewel niet aannemelijk, gaat de voorzieningenrechter toch in op het scenario dat CSC haar inschrijving door een technische storing bij TenderNed niet heeft kunnen doen. De voorzieningenrechter overweegt dat óók in dat geval, deze omstandigheid voor rekening en risico van CSC komt. Doordat CSC tot het allerlaatste moment heeft gewacht met indienen, ondanks dat hiervoor is gewaarschuwd in de gebruiksvoorwaarden van TenderNed, heeft CSC het risico genomen dat het inschrijvingsproces langer zou duren dan gebruikelijk en CSC hierdoor te laat zou zijn met inschrijven. Het beginsel van gelijke behandeling vergt strikte naleving van de regels inzake de sluiting van de inschrijftermijn en de wijze van indiening om te voorkomen dat inschrijvers ten opzicht van elkaar of van derden worden bevoordeeld of van derden worden bevoordeeld of benadeeld.

Het oordeel van de voorzieningenrechter:

4.5. Veronderstellenderwijs aannemend dat zich wél een storing heeft voorgedaan geldt dat de gevolgen daarvan voor risico van CSC moeten blijven. Uit de lograpportage van TenderNed blijkt immers dat CSC om 10:56:59 uur, drie minuten voor sluiting van de digitale kluis, is aangevangen met het indienen van de inschrijving. CSC heeft er, ondanks de waarschuwing om niet tot het laatste moment te wachten met indienen, voor gekozen om dat zéér kort voor sluitingstijd van de digitale kluis te gaan doen. Daarmee heeft zij het risico genomen dat het inschrijvingsproces langer zou kunnen duren dan volgens CSC normaal gesproken gebruikelijk is. Dat het indieningsproces in andere gevallen zeer snel – “in seconden” volgens CSC – is verlopen doet daar niet aan af. CSC kan daar niet het vertrouwen aan ontlenen dat het in alle gevallen zo spoedig zal verlopen, zeker niet gezien de expliciete waarschuwing in de gebruiksvoorwaarden; de gemeente mag zich daar ook op beroepen. De gemeente heeft in de aankondiging van de aanbesteding naar die voorwaarden verwezen en CSC heeft met die voorwaarden ingestemd.

4.6. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de gemeente niet kan worden verweten dat zij CSC geen ruimte biedt voor herstel. Het beginsel van gelijke behandeling vergt strikte naleving van de regels inzake de sluiting van de inschrijftermijn en de wijze van indiening om te voorkomen dat inschrijvers ten opzicht van elkaar of van derden worden bevoordeeld of van derden worden bevoordeeld of benadeeld.

Vragen?

Heeft u vragen over deze casus, neemt u dan contact op met Natascha van Duuren, Advocaat/Partner IE/ICT-recht