Leeuwarden doet afwijkende uitspraak van 's-Hertogenbosch

Het hof voert hiertoe aan dat het arbitragebeding – waarin staat dat alle geschillen die naar aanleiding van de overeenkomst ontstaan middels arbitrage beslecht worden – oneerlijk is in de zin van de Richtlijn 93/13/EEG van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten en onredelijk bezwarend is in de zin van artikel 6:233 aanhef en onder a BW. De rechtbank had het beding vernietigd. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. De rechtbank aan wie een geschil tussen partijen was voorgelegd, was aldus bevoegd om van het geschil kennis te mogen nemen. Deze uitspraak van Hof Leeuwarden wijkt af van een eerder arrest van Hof ’s-Hertogenbosch. Laatstgenoemd hof heeft in 2009 geoordeeld dat in die zaak het arbitragebeding niet in strijd was met voornoemde Richtlijn en de wetgeving hieromtrent. In die zaak bleef het arbitragebeding in stand.

Vragen?

Heeft u vragen over de aannemingsovereenkomst, neemt u contact op met ons team vastgoed.