Casus

De feiten zijn als volgt. Huurder huurt vanaf 1 april 1996 een woning van verhuurder. Vanaf september 2007 is huurder gestopt met betaling van de huur. Hij geeft aan dat sprake is van achterstallig onderhoud en gebreken, waardoor hij mocht overgaan tot opschorting van de huurbetalingen. In april 2008 vordert verhuurder ontruiming van de woning. Na ontvangst van de dagvaarding gaat huurder alsnog over tot betaling van de achterstallige huur (van 8 maanden). De kantonrechter ontbindt desondanks de huurovereenkomst en wijst ontruiming van de huurwoning toe. Huurder gaat vervolgens in hoger beroep.

Uitspraak van het hof

De huurder heeft een lijst opgemaakt met versleten zaken van het gehuurde. Volgens het Hof mag een huurder van een woning die al 30 jaar oud is, niet per definitie verlangen dat bepaalde voorzieningen in de woning worden vervangen of gerenoveerd omdat zij bijna 30 jaar oud zijn. Huurder heeft bovendien niet voldoende onderbouwd dat de gebreken ernstig zijn en gedeeltelijke of gehele opschorting van de huurbetalingen rechtvaardigen. Ook heeft huurder geen eerdere stappen ondernomen om vermindering van de huurprijs te bewerkstelligen wegens gebreken of achterstallig onderhoud. De huurder heeft 8 maanden lang de huur onbetaald gelaten en het Hof is van mening dat dit een ernstige tekortkoming is. Dat hij nadien alsnog is overgegaan tot betaling van de huur, neemt de tekortkoming in het verleden niet weg. Daartegenover staan geen bijzonder klemmende belangen van de huurder. Het Hof weegt mee dat de huurder vanaf 1 januari 2008 eigenaar is van een andere woning. Het Hof laat de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde dan ook in stand.

Vragen?

Heeft u nog vragen over het vastgoedrecht, neemt u dan contact op met ons team expertise in vastgoed.