
Ontbreken tewerkstellingsvergunning geen dringende reden voor ontslag op staande voet
Bij een controle door de Arbeidsinspectie op 7 juni 2011 is gebleken dat werknemer, 14 jaren in dienst als schoonmaker, niet in het bezit was van de vereiste tewerkstellingsvergunning. Bij brief van 19 juli 2011 heeft werkgever ontslag op staande voet per 7 juni 2011 aangezegd wegens het illegale verblijf. Werknemer heeft daarop de nietigheid van het ontslag ingeroepen en zich beschikbaar gehouden voor het verrichten van werkzaamheden als ook doorbetaling van loon verzocht.
De kantonrechter oordeelt dat nu niet is komen vast te staan dat het ontslag op 7 juni 2011 mondeling is aangezegd, het ontslag op staande voet niet onverwijld is gegeven. Op werkgever rust ingevolge de Wet arbeid vreemdelingen de verplichting een tewerkstellingsvergunning te vragen. Het ontbreken daarvan kan dan ook niet voor risico van werknemer worden gebracht en levert in dit geval geen dringende reden op voor ontslag. Werkgever had al veel eerder behoren te weten dat werknemer illegaal is, omdat het identiteitsbewijs van werknemer duidelijk vervalst is, en had dan ook moeten kiezen voor reguliere opzegging of ontbinding. Nu werknemer illegaal in Nederland verblijft en niet gerechtigd is om in Nederland arbeid te verrichten, wordt de grondslag van de arbeidsverhouding wel aangetast. Als gevolg hiervan wijst de kantonrechter de loonvordering wel toe, maar beperkt deze tot de periode vanaf 7 juni 2011 tot 1 januari 2012. (Bron: www. rechtspraak.nl, uitspraak d.d. 13 juni 2012 van Kantonrechter Lelystad, LJN: BX0143)
Fadjar Schouten, advocaat arbeidsrecht
Ook interessant?

