Advocaten en notariaat in Leiden en Den Haag
Menu
FranchiserechtOndernemingsrecht

Franchise wetgeving naar Tweede Kamer

22 augustus 2019 - 2 minuten leestijd

De overheid streeft er naar om het wetsvoorstel voor franchise wetgeving vóór het einde van 2019 bij de Tweede Kamer in te dienen. Het wetsvoorstel dat naar de Tweede Kamer zal worden gestuurd, zal op veel punten inhoudelijk afwijken van het wetsvoorstel dat eerder ter internetconsultatie was voorgelegd aan een ieder. Dat blijkt uit het recent gepubliceerde ‘Consultatieverslag concept wetsvoorstel Wet Franchise’, dat via deze link is te raadplegen.

Naar aanleiding van de vele reacties op de internetconsultatie zijn, onder andere, definities aangepast en aangescherpt in het voorstel. Zo zijn, aldus het verslag, de precontractuele informatieverplichtingen preciezer geformuleerd teneinde tegemoet te komen aan de vrees van sommige franchisegevers dat op basis van het eerdere wetsvoorstel er onvoldoende zekerheid kon worden verkregen of aan deze informatieverplichtingen was voldaan. Formuleringen in het wetsvoorstel zijn, aldus het verslag, waar mogelijk meer in lijn gebracht met de terminologie die franchisegevers en franchisenemers herkennen.

Ook zijn in het nieuwe wetsvoorstel de verplichtingen ten aanzien van de inhoud van de franchiseovereenkomst ingeperkt en zijn enkele inhoudelijke voorwaarden vervallen. Aldus het verslag is eveneens de bepaling over goodwill verduidelijkt en is de werking beperkt tot de situatie waarin de franchisegever diegene is die de franchiseonderneming na beëindiging van de franchiseovereenkomst overneemt.

Daarnaast zijn er aanpassingen gedaan ten aanzien van de bepaling dat de franchisegever verplicht om in bepaalde situaties toestemming van de franchisenemers te vragen voordat er wijzigingen in de formule of exploitatie kunnen worden doorgevoerd. De nieuwe bepaling brengt nu expliciet tot uitdrukking dat de franchisegever bepaalde ‘grenswaarden’ kan stellen waarbinnen zij zonder overleg (en toestemming) dergelijke wijzigingen kan doorvoeren. Daarnaast is het in het nieuwe wetsvoorstel niet meer noodzakelijk dat een twee-derde meerderheid van het vertegenwoordigend orgaan van de franchisenemers akkoord gaat: kennelijk volstaat in het nieuwe voorstel al een ‘gewone’ meerderheid.

De suggestie die is gedaan om de Wet Franchise geen dwingend recht te maken, maar regelend recht waarvan partijen contractueel kunnen afwijken, wordt niet overgenomen. Aldus het verslag is deze suggestie niet overgenomen, ‘omdat dit de beoogde bescherming van het wetsvoorstel voor franchisenemers zou wegnemen.’

Heeft u vragen over franchise of franchisewetgeving? Neem contact op met Menno de Wijs, advocaat

Ook interessant?