In de rechtspraak zijn een aantal leerstukken ontwikkeld die ervoor moeten zorgen dat de OR van de dochtervennootschap wordt betrokken bij besluiten van de concernleiding die directe gevolgen hebben voor de dochtervennootschap. Daarbij kan gedacht worden aan: toerekening, medeondernemerschap en vereenzelviging. Gezien de complexiteit van deze onderwerpen, zal in deze app alleen worden ingezoomd op de meest in het oog springende aspecten van deze leerstukken.
Voor vereenzelviging is vereist dat de moedervennootschap een voorgenomen besluit neemt dat rechtstreeks ingrijpt in de onderneming van de dochtervennootschap. Daarnaast moet de moedervennootschap -net als bij medeondernemerschap- stelselmatig invloed uitoefenen op de besluitvorming van de dochtervennootschap, zodat kan worden gezegd dat de moedervennootschap de dochtervennootschap in stand houdt. Dit zijn dezelfde (strenge) voorwaarden als die van medeondernemerschap. Vereenzelviging gaat nog een stap verder dan medeondernemerschap.
Voorwaarden
- Het voorgenomen besluit moet rechtstreeks ingrijpen in de dochtervennootschap;
- De moedervennootschap heeft stelselmatig zodanige invloed op de besluitvorming van de onderneming van de dochtervennootschap dat deze onderneming mede in stand wordt gehouden door de moedervennootschap;
- De moedervennootschap en de dochtervennootschap kunnen als één worden gezien. Er is geen identiteitsverschil meer. Het besluit van de moedervennootschap is tevens het besluit van de dochtervennootschap.