
Zieke werknemer slapend in dienst houden: niet zonder risico!
Sinds de invoering van de WWZ per 1 juli 2015 is het regelmatig voorgekomen dat werkgevers zieke werknemers na afloop van de loondoorbetalingsperiode onbetaald in dienst houden om zo te ontkomen aan betaling van de transitievergoeding bij ontslag. Hoewel zij van mening zijn dat dit niet getuigt van goed werkgeverschap, is door rechters, ook in hoger beroep, geoordeeld dat geen sprake is van verwijtbaar handelen van de werkgever. Mede naar aanleiding van een uitzending van EenVandaag over dit onderwerp zijn hierover door een tweetal kamerleden op 8 februari 2017 vragen aan de minister gesteld.
Om aan deze onwenselijk geachte situatie een einde te maken, heeft minister Asscher nieuwe wetgeving aangekondigd. Het is de bedoeling dat werkgevers per 1 januari 2019 worden gecompenseerd voor de kosten voor ontslag van langdurig zieke werknemers. Deze compensatieregeling houdt in dat werknemers die langdurig ziek zijn het recht op een transitievergoeding behouden, maar dat werkgevers voor de kosten bij ontslag gecompenseerd worden uit het Algemeen werkloosheidsfonds. Daar staat een verhoging van de uniforme premie tegenover. In dit wetsvoorstel zal tevens worden opgenomen dat ook ontslagvergoedingen die zijn betaald in de periode tussen 1 juli 2015 en de datum van inwerkingtreding van de compensatieregeling, met terugwerkende kracht zullen worden gecompenseerd.
De minister wijst er bij de beantwoording van de hem gestelde kamervragen echter op dat aan het in stand houden van een slapend dienstverband voor de werkgever ook risico’s zijn verbonden. Zo is de werkgever na afloop van de loondoorbetalingsperiode nog steeds verantwoordelijk voor de re-integratie van de werknemer en moet hij hem, als daartoe mogelijkheden bestaan, passende arbeid aanbieden. Een ander risico dat de werkgever loopt is dat bij een later ontslag vanwege een langer dienstverband mogelijk een hogere transitievergoeding is verschuldigd en deze extra kosten niet zullen niet worden gecompenseerd. De minister heeft namelijk aangegeven dat het wat hem betreft niet voor de hand ligt om ook de transitievergoeding te compenseren die verschuldigd is over de periode dat het dienstverband na afloop van de loondoorbetalingsperiode slapend in stand is gehouden.
Werkgevers moeten hierop goed bedacht zijn, als zij overwegen alleen vanwege een strategische kostenbesparing een dienstverband slapend te houden.
Barbara van Dam, Paralegal Arbeid, medezeggenschap & Pensioen
Ook interessant?

