Wat was er aan de hand?

Atos Nederland B.V. komt de arbeidsvoorwaarden niet met de vakorganisaties maar met de COR overeen. Partijen hebben een ondernemingsovereenkomst gesloten in de zin van art. 32 WOR, waarin afspraken zijn gemaakt over de wijziging van alle arbeidsvoorwaarden en regelingen bij Atos. In de overeenkomst is een procedure vastgelegd voor het geval Atos en de COR geen overeenstemming bereiken. Ook is opgenomen dat partijen zich ervan bewust zijn dat onderdelen van het Arbeidsvoorwaardenreglement vallen onder het instemmingsrecht van de COR. Twee afspraken zijn hier met name van belang:

  • Als er over de wijzigingen in het Arbeidsvoorwaardenreglement overleg wordt gevoerd op basis van deze overeenkomst, zal de COR zich niet beroepen op het instemmingsrecht met betrekking tot een of meer afzonderlijke onderdelen van het Arbeidsvoorwaardenreglement, als er geen overeenstemming wordt bereikt.
  • Alleen als Atos buiten het jaarlijkse arbeidsvoorwaardenoverleg een regeling wil wijzigen die op zichzelf onder het instemmingsrecht van de COR valt, is art. 27 WOR van toepassing.

De wijziging van de jubileumregeling

In de Arbeidsvoorwaardengids is een regeling met betrekking tot de jubileumuitkering opgenomen. Vanwege de sterk dalende inkomsten en winstgevendheid van het bedrijf en de noodzaak om toch te kunnen blijven investeren in training en ontwikkeling wilde Atos de jubileumregeling versoberen, in die zin dat een extra maandsalaris plaats maakt voor een individueel opleidingsbudget. Er wordt een overgangsregeling van drie jaar afgesproken. De COR heeft niet met de nieuwe regeling ingestemd en daar tijdig de nietigheid van ingeroepen. Desondanks is de nieuwe regeling is op 1 januari 2018 ingegaan.

Eenzijdige wijziging van arbeidsvoorwaarden

De wijziging van de jubileumuitkering is natuurlijk in principe een wijziging van een arbeidsvoorwaarde. Er zijn verschillende manieren waarop een werkgever arbeidsvoorwaarden kan wijzigingen. Zo kan een beroep worden gedaan op de loyaliteit van medewerkers. Dat is niets anders dan de medewerkers te verzoeken akkoord te gaan met de  beoogde wijziging van de arbeidsvoorwaarde. Een vrijwillige instemming met de wijziging van arbeidsvoorwaarden komt echter niet zomaar tot stand en zeker niet in alle gevallen. Zo ook niet bij Atos.

Drie werknemers die deze eenzijdige wijziging van deze voor hun belangrijke arbeidsvoorwaarde niet accepteerden, hebben zich met steun van de FNV tot de kantonrechter gewend. Zij stelden dat het eenzijdig uitgevoerde besluit tot wijziging van de jubileumuitkering niet rechtmatig is en dat zij op grond van de Arbeidsvoorwaardengids recht hebben op de volledige uitbetaling van de jubileumuitkering. De kantonrechter stelde de werknemers in het gelijk en oordeelde op 28 maart 2019 dat het per 1 januari 2018 eenzijdig uitgevoerde besluit tot wijziging van de jubileumuitkering niet rechtmatig. Daartoe overwoog de kantonrechter het volgende

  • Als er sprake zou zijn van een eenzijdig wijzigingsbeding, had Atos niet een zodanig zwaarwichtig belang bij de wijziging, dat het belang van de werknemer daarvoor naar redelijkheid en billijkheid moet wijken. Hierbij woog de kantonrechter het ontbreken van de instemming van de COR mee.
  • Als er geen sprake zou zijn van een eenzijdig wijzigingsbeding vindt er een andere belangenafweging plaats. In dat geval mocht Atos de arbeidsvoorwaarden alleen wijzigen, als de medewerkers als ‘goed werknemer’ gehouden waren in te stemmen met een redelijk voorstel van de werkgever. Ook van die omstandigheid was volgens de kantonrechter geen sprake.
  • Ook een beroep op de zogenaamde eis van onredelijkheid van art. 6:248 lid 2 BW, waarbij de ongewijzigde instandhouding van de jubileumuitkering naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, zou volgens de kantonrechter niet slagen.

Ook de COR is naar de kantonrechter gestapt

Ook de COR heeft zich tegen de wijziging van de jubileumuitkering verzet en heeft zich eveneens tot de kantonrechter gewend en verzocht. Centraal stonden in deze procedure met name de volgende zaken. De COR wilde een verklaring voor recht dat de besluiten tot wijziging van de jubileumregeling kwalificeren als besluiten tot vaststelling, wijziging of intrekking van een belonings- of een functiewaarderingssysteem in de zin van art. 27 lid 1 sub c WOR.

Daarnaast wilde de COR dat het Atos verboden zou worden om uitvoering te geven aan de besluiten tot wijziging van de jubileumregeling. Voor het geval al uitvoering heeft plaatsgevonden, zou Atos de gevolgen daarvan ongedaan moeten maken en alsnog binnen een maand over moeten gaan tot betaling van (het restant van) de jubileumuitkering aan de medewerkers die daar op grond van de Arbeidsvoorwaardengids voor in aanmerking komen.

Tot slot vroeg de COR de kantonrechter voor recht te verklaren dat Atos bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid heeft kunnen besluiten tot het opleggen van geheimhouding over de uitgebreide(re) reactie van de COR. De geheimhouding over deze documenten zou moeten worden opgeheven.

Atos vorderde daarentegen onder meer de onvoorwaardelijke medewerking van de COR met de uitvoering van het besluit en handhaving van de opgelegde geheimhouding, beide op straffe van een dwangsom per overtreding.

Het oordeel van de kantonrechter

De kantonrechter oordeelde op 6 december 2019 als volgt:

  • Het besluit tot wijziging van de jubileumregeling kan niet kan worden aangemerkt als een besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van een beloningssysteem in de zin van artikel 27 lid 1 sub c WOR. De wijziging van de jubileumuitkering ziet immers slechts op de hoogte van de uitkering en beoogt niet een wijziging aan het systeem van toekenning van de jubileumregeling te veranderen.
  • De voor een tussentijdse wijziging van de Arbeidsvoorwaardengids benodigde overeenstemming tussen de COR en Atos ontbreekt, zodat Atos de ongewijzigde jubileumregeling moet uitvoeren.
  • Atos heeft geen geheimhouding kunnen opleggen omdat het verzoek daartoe onvoldoende specifiek was en niet duidelijk was welk bedrijfsbelang daarmee was gediend. De COR was niet aan die geheimhouding gebonden.

Geheimhouding in het kader van een ondernemingsovereenkomst?

De argumentatie van de kantonrechter voor het standpunt dat de COR niet gebonden zou zijn aan de opgelegde geheimhouding is hier opmerkelijk. In art. 20 WOR staat weliswaar dat geheimhouding slechts geldt voor aangelegenheden die OR-leden in hun hoedanigheid vernemen, maar wij menen dat die geheimhouding verder strekt en dat ook OR-leden die zich uitspreken over een wijziging van de arbeidsvoorwaardenregeling op basis van een ondernemingsovereenkomst/convenant de strekking van art. 20 WOR in acht moeten nemen. Dit laat onverlet dat de ondernemer terughoudendheid moet betrachten bij het opleggen van geheimhouding. Wel terecht is dan ook de opmerking van de rechter dat ophef over voorgenomen wijzigingen in arbeidsvoorwaarden bij medewerkers niet zonder meer als een zwaarwegend belang geldt dat geheimhouding rechtvaardigt.

Tip: Om misverstanden hierover te voorkomen, is het verstandig ook in een convenant afspraken over de geheimhouding op te nemen.

Zowel Atos als de COR gaan in hoger beroep

Atos omdat hij zijn besluit alsnog wil kunnen uitvoeren en de COR aan de opgelegde geheimhouding wil kunnen houden. De COR omdat hij een oordeel wenst over de vraag of de wijziging van de jubileumuitkering al dan niet kwalificeert als een instemmingsplichtig besluit in de zin van art. 27 lid 1 sub c (een belonings- of functiewaarderingssysteem) respectievelijk f (een regeling op het gebied van de personeelsopleiding) WOR.

Het oordeel van het Gerechtshof

Ook het gerechtshof oordeelt dat de wijziging van de jubileumuitkering geen instemmingsplichtig besluit is in de zin van art. 27 lid 1 sub c en sub f WOR. De jubileumuitkering is een eenmalige beloning voor een langdurig dienstverband en is daarmee onderdeel van het loon. Er is dus sprake van een wijziging van een primaire arbeidsvoorwaarde ten aanzien waarvan de COR geen instemmingsrecht heeft. Ook wordt door de uitkering te vervangen door een individueel opleidingsbudget de systematiek van het beloningssysteem niet aangepast. Daarnaast geldt dat de terbeschikkingstelling van een individueel opleidingsbudget niet als personeelsopleiding is te beschouwen.

Ook is er geen sprake van een instemmingsrecht op grond van de ondernemingsovereenkomst. Van belang is hierbij allereerst dat het wijzigingsbesluit tijdens een regulier arbeidsvoorwaardenoverleg is voorgesteld en niet als een tussentijdse wijziging. Het hof begrijpt de overeenkomst zo, dat Atos de jubileumregeling tijdens het reguliere arbeidsvoorwaardenoverleg mocht wijzigen, mits daarover voorgaand overleg met de COR is gevoerd. Dat overeenstemming moest worden bereikt was geen vereiste. Dat overleg heeft plaatsgevonden, zodat aan die voorwaarde is voldaan. De conclusie luidt dan ook dat Atos de regeling mocht wijzigen en dat de COR moet meewerken aan de wijziging daarvan. Een dwangsom wordt niet opgelegd omdat er geen reden bestaat aan de medewerking van de COR te twijfelen.

Geheimhouding

Het hof stelt vast dat de documenten waarvan Atos geheimhouding verzoekt, inmiddels al openbaar gemaakt zijn, zodat een belang ontbreekt. De door Atos gevraagde verklaring voor recht dat de geheimhouding terecht is ingeroepen en het gebod voor de COR om zich aan de geheimhouding te houden worden afgewezen.

Ernst van Win advocaat  Partner Arbeid, Medezeggenschap & Pensioen

Barbara van Dam-Keuken Paralegal Arbeid, Medezeggenschap & Pensioen