De aanbesteder – Eindhoven Airport –  besloot echter af te wijken van deze procedure. Kennelijk was de vierde beoordelaar uitgevallen. Beoordeling vond plaats door drie beoordelaars en op basis van het gemiddelde werd de rangorde bepaald. De aanbesteder voerde hierdoor de inschrijver niet waren benadeeld, omdat alle inschrijvingen op dezelfde wijze waren beoordeeld. Mag je als aanbesteder op deze wijze afwijken van het aanbestedingsdocument?

Oordeel rechter

De rechter oordeelde dat de wijziging niet was toegestaan (klik). Het gelijkheidsbeginsel is weliswaar niet geschonden, maar wel het transparantiebeginsel. De wijze van beoordelen is door het ontbreken van de vierde beoordelaar op een essentieel onderdeel gewijzigd. Dit werkt ook door in het bereiken van consensus over de beoordeling. De interactie tussen vier personen met ieder hun eigen deskundigheid en invalshoek zal anders verlopen dan bij drie personen. De wijziging had dus mogelijk invloed op de uitkomst van de aanbesteding.

Herbeoordeling

De aanbesteder zag dit oordeel wellicht aankomen en heeft daarom in aanloop naar het kort geding snel een herbeoordeling uitgevoerd. Daarbij heeft zij een vierde beoordelaar ingevlogen en in de beoordelingscommissie is – conform de spelregels – overeenstemming bereikt over de eindscore. Uitkomst was dat de inschrijver, die net was overgegaan tot dagvaarden, wederom niet zou winnen.

Rechter: heraanbesteding

De rechter lijkt deze beoordeling weinig geloofwaardig te vinden. Hoe de consensus over de verschillende onderdelen is bereikt en waarom de beoordelaars tot de eindscores zijn gekomen, is niet toegelicht en daarmee onvoldoende transparant.

De rechter gaat zelfs verder dan de eis van de verliezende inschrijver (Advantive B.V.). De verliezende inschrijver had namelijk alleen een herbeoordeling gevraagd. De rechter legt echter een verbod op om op basis van deze aanbesteding überhaupt tot een gunningsbeslissing te komen. Hiermee treedt de rechter buiten de rechtsstrijd van partijen en handelt de rechter in strijd met artikel 23 Rv. De betreffende advocaat had zijn eis ter zitting kunnen en moeten wijzigen. Kennelijk vond de rechter de uitkomst van de aanbesteding zo onrechtvaardig dat hij meende de verliezende inschrijver hiermee te moeten helpen.

Vragen?

Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met Menno de wijs