Wie is…de contractspartij?

In een recente kwestie bij de rechtbank Midden-Nederland (ECLI:NL:RBMNE:2021:1351 – klik hier voor het volledige vonnis) kwam dergelijke verwarring aan de orde. De eigenaresse van een woning wilde haar woning verhuren aan derden. Om die reden had zij een verhuurbemiddelaar gevestigd te Lutjebroek* in de arm genomen, hetgeen uiteindelijk tot een huurder leidde van de woning.

De eigenaresse was echter niet tevreden over de werkzaamheden van deze verhuurbemiddelaar. Zo zou de bemiddelaar de eigenaresse (onder meer) onjuist hebben geïnformeerd over het belang van een energielabel en de beëindigingsvoorwaarden van de huurovereenkomst. Ook zou de verhuurbemiddelaar hebben verzuimd om (tijdig) een beroep op de kantonrechter te doen na een uitspraak van de Huurcommissie.

Toen de eigenaresse rechtsmaatregelen trof om de geleden schade vergoed te krijgen van de verhuurbemiddelaar, stelde de gedaagde partij zich op het standpunt dat de eigenaresse de verkeerde partij had gedagvaard. Gedaagde was immers de franchisegever en exploiteerde in Lutjebroek helemaal geen (eigen) vestiging. Wel was er in Lutjebroek een franchisenemer actief, een eenmanszaak, die – al dan niet via een werknemer – het contact met de eigenaresse had gehad. Doordat één van de medewerkers van deze franchisenemer een oude voorraad briefpapier had gebruikt in het contact met de eigenaresse is de verwarring ontstaan.

De rechtbank overweegt dat de wijze waarop de franchisegever, de franchisenemer en de werknemer(s) van laatstgenoemde hebben gehandeld voor verwarring heeft gezorgd. Zo wijst de rechter erop dat de naam van de franchisegever in de model huurovereenkomst is genoemd en dat de opzegging van de huurovereenkomst gedaan dient te worden bij de franchisegever. De naam van de franchisenemer of zijn eenmanszaak komt nergens terug in de stukken.

Verder is de opdracht tot verhuur ondertekend door de franchisegever en wordt in de algemene bepalingen ook (alleen) verwezen naar de franchisegever. De franchisegever had daarnaast een afrekening gestuurd aan de eigenaresse voor de werkzaamheden en werd de woning op Funda aangeboden onder vermelding van de franchisegever als betrokken partij.

De rechtbank is om die redenen van oordeel dat de ontstane verwarring voor rekening en risico van de franchisegever moet blijven. Als er sprake is van franchise dienen zowel de franchisegever als de franchisenemer er volgens de rechtbank voor te zorgen dat het voor een derde – zoals in dit geval de eigenaresse – duidelijk is met welke onderneming men te maken heeft.

Dat de franchisenemer per ongeluk gebruik heeft gemaakt van oud briefpapier is volgens de rechtbank geen omstandigheid die aan de eigenaresse kan worden tegengeworpen. De franchisegever had erop kunnen toezien, aldus de rechtbank, dat dergelijk (oud) briefpapier niet meer beschikbaar was. Ook is niet gebleken dat de franchisegever aan de franchisenemer instructies heeft gegeven met betrekking tot het gebruik van (oud) briefpapier. De rechtbank neemt daarom als uitgangspunt dat de eigenaresse de juiste partij heeft gedagvaard, te weten de franchisegever.

Het is uiteraard niet wenselijk als een franchisegever aansprakelijk kan worden gesteld en in rechte worden betrokken voor handelen c.q. nalaten van een franchisenemer. Hoewel voornoemde situatie in de praktijk weliswaar een uitzondering zal zijn, is deze zaak natuurlijk wel een mooie aanleiding voor franchisegevers om weer eens met een stofkammetje door hun organisatie te gaan. En om de handboeken en protocollen op dit punt weer eens goed onder handen te nemen. Een gewaarschuwd mens telt immers voor twee.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Menno de Wijs, advocaat, [email protected]

*) fictieve plaatsnaam