Wat was er aan de hand?

De Provincie Noord-Holland heeft een aanbesteding gehouden voor de sloop van een brug, de bouw van twee nieuwe bruggen en de reconstructie van de infrastructuur.

In de inschrijvingsleidraad is aangegeven dat inschrijvingen uiterlijk 30 juni 2017 om 12:00 uur moeten zijn ingediend. Op TenderNed daarentegen was aangegeven dat de inschrijving diezelfde dag om 10:00 uur sloot. De Provincie heeft steeds via TenderNed met de gegadigden gecommuniceerd. Daarnaast was er in de TenderNed-omgeving een klok te zie die aftikte naar 30 juni 2017 om 10:00 uur.

Een van de inschrijvers heeft geprobeerd haar inschrijving op 30 juni 2017 na 10:00 uur via TenderNed in te dienen. Dat is niet gelukt omdat de digitale kluis inmiddels was gesloten. Die inschrijver heeft haar inschrijving vervolgens, in overleg met de Provincie, vóór 12:00 uur per e-mail ingediend. De Provincie is later voornemens de opdracht aan deze inschrijver te gunnen. Een van de andere inschrijvers maakt bezwaar. Volgens haar is die inschrijving te laat ingediend.

De vraag is (dus) op welk tijdstip de inschrijvingen uiterlijk dienden te zijn ontvangen.

Wat vindt de Voorzieningenrechter

In de inschrijvingsleidraad wordt niet alleen het tijdstip van 12:00 uur vermeld maar ook dat dit een fatale termijn is. In diezelfde leidraad is aangegeven dat, ingeval van tegenstrijdigheden met andere inschrijvingsdocumenten, de leidraad prevaleert. Overigens zijn weergaven op TenderNed niet als inschrijvingsdocument gedefinieerd.

Voor een goed geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver, aldus de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, had het op grond hiervan duidelijk moeten zijn dat 12:00 uur het uiterste tijdstip van inschrijving was.

Maar niet in Oost-Brabant…(?)

In 2015 werd door de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant in een enigszins vergelijkbare situatie anders geoordeeld. Daar werd echter in de inschrijvingsleidraad achter het tijdstip niet gesproken over een ‘fatale termijn’ maar over een ‘globale planning’ en werd aangegeven dat aan het genoemde latere tijdstip geen rechten konden worden ontleend.

Zoals zo vaak zit de duivel dus ook hier in de details…

Vragen?

Heeft u vragen over deze casus, neemt u dan contact op met Menno de wijs & Per van der Kooi, Advocaat Vastgoed.