In de rechtspraak lazen we een uitspraak over een situatie die zich minder vaak voordoet. Een werknemer is meer dan twee jaar ziek, de loondoorbetalingsplicht van de werkgever eindigt, maar de werknemer blijft in dienst en krijgt een WW-uitkering. Tijdens de eerste twee jaar ziekte heeft de werknemer niet al zijn opgebouwde vakantiedagen opgenomen. In het derde ziektejaar neemt de werknemer deze vakantiedagen op. De vraag in deze zaak is: moet de werkgever aan de werknemer loon betalen tijdens die vakantie?

In deze zaak lopen twee hoofdregels naast elkaar – of beter gezegd: door elkaar. De eerste hoofdregel is: na twee jaar arbeidsongeschiktheid eindigt de loondoorbetalingsverplichting voor de werkgever. De tweede hoofdregel is: een werknemer behoudt tijdens zijn vakantie recht op loon. De kantonrechter Zaanstad moest oordelen welke van deze twee botsende hoofdregels gevolgd diende te worden. In zijn afweging betrekt de kantonrechter Europese regelgeving en jurisprudentie van het Hof van Justitie. Daar volgt uit dat zieke werknemers recht hebben op vakantie en dat een zieke werknemer dezelfde beloningsrechten heeft tijdens vakantie als wanneer hij niet ziek zou zijn. Duidelijk is dat een niet-zieke werknemer recht heeft op betaling van loon tijdens vakantie. Omdat een zieke werknemer dezelfde beloningsrechten heeft, heeft deze zieke werknemer dus – net als zijn niet-zieke collega – óók recht op loon tijdens vakantie. Ook als de betalingsverplichting van de werkgever is geëindigd omdat de werknemer al langere tijd arbeidsongeschikt is.

Daarom oordeelt de kantonrechter dat de werknemer recht heeft op doorbetaling van loon over de vakantiedagen. De werkgever moet de 14,17 vakantiedagen uitbetalen.

Het antwoord op de vraag “moet een werkgever loon tijdens vakantie betalen als de loondoorbetalingsplicht is geëindigd?” is dus ‘ja’. In eerste instantie lijkt dit een rare uitkomst. Maar als je je bedenkt dat de werkgever de openstaande vakantiedagen had moeten uitbetalen als de arbeidsovereenkomst na twee jaar ziekte zou zijn geëindigd, klopt het wel weer. Ik ken de beweegredenen van de werkgever om de arbeidsovereenkomst in stand te laten niet. Een reden zou kunnen zijn, het voorkomen van het betalen van een transitievergoeding. En dat is gelukt: de werknemer heeft uiteindelijk zelf opgezegd. En in zo’n geval is de werkgever geen transitievergoeding verschuldigd.

Vragen?

Heeft u nog vragen, Neemt u dan contact op met Henriëtte van Baalen, Partner, Advocaat & mediator, Arbeid, Medezeggenschap & Mediation.