Het gevolg

Het gevolg? UWV moet € 73.062,54 schadevergoeding betalen aan de betreffende werkgever. Stel u krijgt ook een gebrekkig deskundigenoordeel van UWV en u lijdt daardoor schade. Kan deze uitspraak voor u dan behulpzaam zijn?

Feiten

Bij een bank werkt een hooggeplaatste werknemer die arbeidsongeschikt is. De bank heeft het vermoeden dat deze werknemer een alcoholprobleem heeft. Hij werkt niet mee aan de re-integratie en reageert niet op oproepen van de bank. Om die reden wil de bank de kantonrechter verzoeken om de arbeidsovereenkomst te ontbinden hoewel het opzegverbod tijdens ziekte nog geldt omdat de werknemer nog geen twee jaar arbeidsongeschikt is. In dat geval is voor zo’n ontbindingsverzoek een deskundigenoordeel van UWV vereist. De bank vraagt UWV daarom om een deskundigenoordeel. De arbeidsdeskundige van UWV is van oordeel dat de re-integratie-inspanningen van de werknemer voldoende zijn omdat hij voor zijn nalatigheid een redelijke grond heeft. Volgens UWV is de werknemer zeer beperkt belastbaar voor arbeid en had de bank er ook voor kunnen kiezen om dat deel van het loon te stoppen voor de uren dat de werknemer belastbaar werd geacht.

Vanwege dit deskundigenoordeel ziet de bank af van het indienen van een verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Zij treft in plaats daarvan een regeling met de betreffende werknemer, waarbij het loon vanaf juni 2019 tot en met december 2019 wordt doorbetaald (€ 83.386, 59 bruto) en waarbij de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd met betaling van de transitievergoeding (€ 99.269,76 bruto).

Omdat het de bank niet lekker zit, dient zij ook een klacht in bij UWV over het deskundigenoordeel. Daarop erkent UWV dat het deskundigenoordeel niet aan de kwaliteitseisen voldoet. Onder meer geeft UWV aan dat de arbeidsdeskundige zich had moeten beperken tot wet- en regelgeving en dat hij het geven van een oordeel over de belastbaarheid had moeten overlaten aan een verzekeringsarts. Verder erkent UWV dat de termijn voor het afhandelen van het deskundigenoordeel is overschreden. De bank stelt op basis hiervan UWV aansprakelijk voor de geleden schade. Bij een juist deskundigenoordeel had zij namelijk de arbeidsovereenkomst ontbonden zonder toekenning van een transitievergoeding. In reactie hierop stelt UWV dat de bank niet uit mocht gaan van de absolute juistheid van het deskundigenoordeel, omdat het geen besluit is, maar een niet-bindend advies. Ook stelt UWV dat de bank het oordeel van UWV over de klacht had moeten afwachten en daarna een ontbindingsverzoek bij de kantonrecht had moeten indienen. De bank had dan volgens UWV een grote kans gehad dat de arbeidsovereenkomst zou zijn geëindigd zonder dat de bank de transitievergoeding had moeten betalen en zonder dat zij het loon door had moeten betalen. Ofwel UWV bijt lekker van zich af. En daar is de bank het niet mee eens. Omdat vrijwillige betaling door UWV uitblijft na de erkenning en daaropvolgende aansprakelijkstelling, vordert de bank vervolgens schadevergoeding bij de rechtbank.

Oordeel

En de rechtbank geeft de bank gelijk. UWV heeft het deskundigenoordeel niet tijdig afgegeven. Terwijl zorgvuldig onderzoek door een arbeidsdeskundige en/of verzekeringsarts van het UWV van belang is door de betekenis die aan dit deskundigenoordeel toekomt in bijvoorbeeld een ontbindingsprocedure.

De bank en UWV zijn het er in dit geval over eens dat het door UWV afgegeven deskundigenoordeel gebrekkig is. Daarmee stelt de rechtbank vast dat geen zorgvuldig onderzoek heeft plaatsgevonden. De arbeidsdeskundige heeft onterecht geen verzekeringsarts ingeschakeld en de arbeidsdeskundige heeft onterecht zelf een oordeel gegeven over de (medische) vraag naar de belastbaarheid van werknemer. Hiermee is de arbeidsdeskundige buiten zijn expertise getreden.

De rechtbank is van oordeel dat dit ernstig onzorgvuldig is en dat dit ten opzichte van de bank onrechtmatig is. Verder heeft UWV onvoldoende betwist dat de overweging van de arbeidsdeskundige dat de bank er ook voor had kunnen kiezen om alleen voor de uren dat de werknemer belastbaar was het loon te stoppen, onjuist is, of in elk geval niet goed verdedigbaar. Deze overweging is namelijk niet in lijn met rechtspraak van de Hoge Raad, waaruit volgt dat de aanspraak op loon geheel komt te vervallen in dergelijke gevallen. Ook op dit punt is het deskundigenoordeel dus onjuist.

Omdat het zeer waarschijnlijk is dat een zorgvuldig onderzoek tot een andere conclusie van het deskundigenoordeel zou hebben geleid, komt de rechtbank tot het oordeel dat – alle omstandigheden meegewogen hebbende – UWV 40% van de schade (loondoorbetaling en transitievergoeding) moet betalen. Dat betekent dat een bedrag van € 73.062,54 bruto aan schadevergoeding wordt toegewezen. Omdat de bank voor een regeling heeft gekozen in plaats van de ontbindingsprocedure te starten, is volgens de rechtbank gedeeltelijk sprake van eigen schuld van de bank. De rechtbank oordeelde dat ontbinding waarschijnlijk wel zou zijn toegewezen in dat geval en daarmee de schade van de bank minder zou zijn geweest. Dat is op zich een bijzondere overweging, gezien de inhoud van het deskundigenoordeel. Het lijkt erop dat de rechtbank vindt dat alleen het hebben van een deskundigenoordeel al voldoende zou moeten zijn voor het verzoek tot ontbinding, los van de inhoud van dit deskundigenoordeel. Dit schept mogelijkheden voor werkgevers om een ontbindingsprocedure te starten voor een arbeidsongeschikte werknemer. Uiteraard moet er wel een redelijke grond zijn voor ontbinding.

Wat betekent dit voor u?

Blijf altijd kritisch, ook bij een dergelijk deskundigenoordeel van UWV. Twijfelt u? Ga dan eerst het gesprek aan met UWV. Als dit niet helpt, dien dan een klacht in en onderbouw deze klacht goed. Zoals wij in deze zaak zagen, heeft UWV de klachten erkend en heeft dit uiteindelijk via de rechtbank tot een schadevergoeding geleid. Bij het indienen van een claim, kunt u ook verwijzen naar deze uitspraak. Wellicht dat de volgende keer een procedure bij de rechtbank wordt voorkomen. Uit deze uitspraak blijkt dat UWV voor onzorgvuldigheid, waardoor u schade oploopt, veroordeeld kan worden tot een schadevergoeding. En terecht. Zeker als het om zulke grote belangen gaat.

Bovendien kan er uit deze uitspraak worden afgeleid dat het enkel voorhanden hebben van een deskundigenoordeel voldoende zou kunnen zijn in een ontbindingsprocedure met een arbeidsongeschikte werknemer.

Vragen?

Meer weten over dit onderwerp of de eventuele mogelijkheden voor uw situatie? Neem dan gerust contact met ons op.

Henriëtte van Baalen, advocaat team Arbeid, Medezeggenschap & Mediation

Sietske Bos, juridisch medewerker team Arbeid, Medezeggenschap & Mediation