Recente uitspraak Raad van Discipline

Dat geen sprake is van een tuchtrechtelijk verwijt volgt uit een recente beslissing van de Raad van Discipline te Amsterdam (vindplaats: ECLI:NL:TADRAMS:2019:251). Verweerder in deze procedure stond als advocaat zijn cliënt (“de man”) bij die in een echtscheiding verwikkeld was. De (ex-)echtelieden hadden een geschil over de verdwijning van verschillende goederen uit de voormalige echtelijke woning, waaronder een bedrag van € 12.900,- uit de kluis. De man beschuldigde de vrouw ervan het geldbedrag te hebben verduisterd.

Heimelijk opnemen gesprek

Verweerder schreef namens de man in een brief aan de vrouw, dat de man na een aantal gebeurtenissen in 2015 en 2016 aanleiding had gezien om opnameapparatuur in het huis te installeren. De vrouw had daar geen weet van. Uit de gemaakte opnames en een verklaring van de kluisleverancier is gebleken dat de vrouw onder een valse voorstelling van zaken de kluis heeft laten openen. Zij heeft het in de kluis aanwezige geldbedrag ontvreemd zonder toestemming of medeweten van de man.

Onrechtmatig verkregen bewijs

De man en de vrouw zijn vervolgens in een gerechtelijke procedure terecht gekomen. In de dagvaarding heeft verweerder ter onderbouwing van het standpunt van de man citaten afkomstig van de geluidsopnamen opgenomen. Ook heeft verweerder de opnamen, die dus zonder medeweten van de vrouw waren gemaakt, en het transcript daarvan in de procedure overgelegd als bewijs ter onderbouwing van het standpunt van zijn cliënt.

De vrouw meent dat voornoemd handelen van een advocaat tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Het zou de advocaat niet zijn toegestaan mogelijk in strijd met de wet verkregen bewijs, in dit geval de heimelijk gemaakte geluidsopnamen, aan de rechter voor te leggen. De Raad van Discipline oordeelt daar echter anders over.

Maatstaf tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen

De klacht ziet op het handelen van een advocaat van een wederpartij. Het uitgangspunt daarbij is dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van een tegenpartij worden beperkt, tenzij diens belangen onnodig en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. In het algemeen hoeft de advocaat niet af te wegen of het beoogde voordeel voor zijn cliënt opweegt tegen het nadeel van de wederpartij. Uit gedragsregel 2 volgt dat de advocaat zich steeds laat leiden door het belang van zijn cliënt en niet door enig ander belang. Maar partijdigheid betekent niet dat de advocaat alles doet wat zijn cliënt verlangt. De advocaat mag echter bijvoorbeeld geen middelen inzetten die op zichzelf beschouwd ongeoorloofd zijn of die een onevenredig nadeel aan de wederpartij toebrengen.

Bewijswaardering voorbehouden aan civiele rechter

De Raad merkt daarbij nog op dat het overigens aan de civiele rechter voorbehouden is om het bewijsstuk toe te laten of niet. Een advocaat die een hem door zijn cliënt ter beschikking gesteld bewijsstuk in het geding brengt, zal dan ook, uitgezonderd bijzondere omstandigheden, in het algemeen niet tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Van zulke bijzondere omstandigheden was hier volgens de Raad geen sprake. Verweerder voerde met succes aan dat het niet mogelijk was om op andere wijze dan door middel van de geluidsopnamen te bewijzen dat klaagster gelden heeft ontvreemd uit de kluis. Zodat er voor de cliënte van verweerder een belang bestond om gebruik te maken van de geluidsopnamen en deze over te leggen. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard. Van een tuchtrechtelijk verwijt aan het adres van de advocaat is geen sprake.

Conclusie

Samengevat oordeelde de Raad van Discipline dat een advocaat het belang van zijn cliënt altijd voorop moet stellen en op basis daarvan moet handelen. De belangen van de wederpartij mogen door dat handelen echter niet onevenredig worden geschaad. In een civiele procedure een beroep doen op mogelijk onrechtmatig verkregen bewijs is dus toegestaan, mits geen sprake is van bijzondere omstandigheden. Van een tuchtrechtelijk verwijt van de advocaat was dus geen sprake. Niet bekend is of tegen deze beslissing hoger beroep is ingesteld.

Vragen?

Heeft u vragen over deze blog, neemt u dan contact op met Robert Sanders.