Adviesrecht bezoldigingsbeleid

D66 en ChristenUnie hebben een amendement ingediend, dat hoort bij het Wetsvoorstel ter implementatie van de richtlijn aandeelhoudersbetrokkenheid. Doel van de wijziging van de richtlijn is de betrokkenheid van de aandeelhouders bij de corporate governance van (beurs)vennootschappen verder te vergroten en de transparantie tussen vennootschappen en beleggers te bevorderen. En dit gebeurt op het moment dat de maatschappelijke discussie over de beloning van topbestuurders weer is losgebarsten. Een evenwichtige beloningsbeleid is belangrijk voor een goede reputatie van de onderneming en gemotiveerde medewerkers. Het wetsvoorstel zelf is nodig om de gewijzigde richtlijn in de Nederlandse wetgeving te implementeren. Een mooie gelegenheid om meteen ook het adviesrecht van de ondernemingsraad te versterken. En dat lijkt gelukt!

Afgelopen dinsdag 2 april 2019 werd dit amendement in de Tweede Kamer behandeld en het kreeg voldoende steun. De meerderheid is van mening dat bestuurder van ondernemingen meer verantwoording moeten afleggen over hun beloning, met name de stijging daarvan.

Dit betekent dat het voorgenomen besluit van de Raad van Commissarissen tot vaststelling van de bestuurdersbeloning voortaan ter advisering aan de ondernemingsraad moet worden voorgelegd.  Het adviesrecht moet worden opgenomen in artikel 2:135a BW. Dit omdat artikel 2:135 lid 2 BW al sinds 2010 een standpuntrecht voor de ondernemingsraad bevat op grond waarvan de ondernemingsraad schriftelijk een standpunt kan innemen dat gelijktijdig met het voorgestelde beleid aan de vergadering van aandeelhouders wordt aangeboden.

Wat verandert er?

Het voorstel voor het bezoldigingsbeleid dat door de raad van commissarissen wordt opgesteld, moet voortaan ter advisering aan de ondernemingsraad worden voorgelegd. Het advies van de ondernemingsraad moet worden gevraagd en gegeven vóórdat het voorstel wordt voorgelegd aan de algemene vergadering van aandeelhouders. De essentie van het adviesecht van de ondernemingsraad is immers dat zijn advies van wezenlijk belang op de besluitvorming moet kunnen zijn. Als de raad van commissarissen het advies niet volgt, moet zij dit schriftelijk beargumenteren. De ondernemingsraad wordt vervolgens in de gelegenheid gesteld zijn advies in de algemene vergadering van aandeelhouders toe te lichten (art. 2:135 BW).

Voordrachtscommissaris verplicht lid van beloningscommissie

In een aantal gevallen is de ondernemingsraad gerechtigd om één of meerdere kandidaten voor de Raad van commissarissen, een zogenaamde “voordrachtscommissaris”, voor te dragen. Dit is het geval bij structuurvennootschappen of wanneer de ondernemingsraad dat recht op grond van de statuten of afspraken toegekend heeft gekregen). Als de Raad van commissarissen een beloningscommissie heeft ingesteld, dan zal de voordrachtscommissaris in deze commissie zitting moeten hebben.

De praktijk

De ondernemingsraad vervult als vertegenwoordiger van een belangrijke stakeholder, de werknemers, een essentiële rol als interne toezichthouder. Dit adviesrecht geeft dan ook niet alleen een belangrijke impuls aan het overleg en de samenwerking met de andere toezichthouder, de Raad van Commissarissen. Met dit adviesrecht krijgt de ondernemingsraad ook een goede tool in handen om vanuit zijn rol als ‘toezichthouder’ een belangrijke bijdrage te leveren aan een fundamentele discussie over het beloningsbeleid. Zo kan de ondernemingsraad meer sturen op bestuurdersbeloningen gebaseerd op duurzaamheid (de lange termijn) dan op bestuurdersbeloningen gebaseerd op winstgevendheid en aandelenkoersen (op de korte termijn). Dit is in het belang van de continuïteit van de onderneming  en de daarin werkzame personen. Voor het slagen van een dergelijke “cultuurverandering” is het belangrijk dat deze vanuit de organisatie, vanuit de medewerkers zelf, wordt gedragen.

Wij hopen dan ook van harte dat ook de Eerste Kamer zijn fiat aan dit adviesrecht geeft en houden u daarvan op de hoogte!

Vragen?

Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met Barbara van Dam, Paralegal, Arbeid, Medezeggenschap & Mediation.