Tegenstrijdig belang: de hoofdregel

In gedragsregel 15 over belangenconflicten komen de kernwaarden partijdigheid en vertrouwelijkheid samen, namelijk als basis voor het verbod voor de advocaat (en zijn kantoor) om 1. voor meer dan één partij te werken als sprake is van een tegengesteld belang en 2. om tegen een cliënt of voormalige cliënt op te treden (lid 1). Een advocaat dient er zelfs naar te streven om te voorkomen überhaupt in een situatie te belanden waarin sprake is van een tegenstrijdig belang (lid 2). Doet zich toch een niet aanstonds overbrugbaar belangenconflict voor? In dat geval zal de advocaat niet meer voor de voormalige bij de zaak betrokken partijen mogen optreden. De advocaat zal dan dus afscheid moeten nemen van zijn beide cliënten.

De cliënt moet er namelijk op kunnen vertrouwen dat zijn advocaat alleen zijn belangen behartigt en niet ook die van de wederpartij. Ook moet de cliënt erop kunnen vertrouwen dat vertrouwelijke informatie die hij aan zijn advocaat heeft verstrekt later niet tegen hem wordt gebruikt. Het optreden voor twee of meer cliënten in dezelfde zaak waarbij de belangen parallel lopen is uiteraard wel toegestaan.

Uitzondering op verbod: 3 stappen

Zoals gezegd is het verbod niet absoluut. Als aan alle drie de voorwaarden uit lid 3 van gedragsregel 15 is voldaan is het de advocaat toegestaan af te wijken van het verbod uit lid 1. Check daarom of aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  1. Tegen een (voormalige) cliënt kan alleen worden opgetreden als het (nu en in de toekomst) niet gaat over dezelfde zaak of belangen van die (voormalige) cliënt;
  2. De advocaat beschikt niet over enige vertrouwelijke informatie van die (voormalige) cliënt die op enigerlei wijze van belang kan zijn de behandeling van de zaak;
  3. Niet is gebleken van redelijke bezwaren van die (voormalige) cliënt.

Let op: deze voorwaarden zijn dus cumulatief!

In twijfelgevallen is het vaak beter om het zekere voor het onzekere te nemen en niet langer voor de betreffende cliënt(en) op te treden. De schijn van belangenverstrengeling dient namelijk eveneens te worden voorkomen. Eventueel kan het (niet bindende) advies van de deken worden ingewonnen over een mogelijk tegenstrijdig belang, al blijft het de eigen (tuchtrechtelijke) verantwoordelijkheid van de advocaat om zich al dan niet te onttrekken. Ook als het alleen gaat om het geven van advies.

Instemming (voormalige) cliënt

Daarnaast geldt nog een uitzondering om af te wijken van de hoofdregel om op te treden tegen een (voormalige) cliënt. Namelijk als die (voormalige) cliënt instemt met een afwijking van het verbod. Daarbij is wel van belang dat beide partijen van voldoende informatie zijn voorzien om tot een goede afweging van de belangen te kunnen komen (‘informed consent’). Partijen moeten bovendien voldoende gelijkwaardig zijn en de instemming moet ook (procedureel) op behoorlijke wijze tot stand zijn gekomen. Daarmee moet machtsmisbruik voorkomen worden.

Essentieel is daarom dat de advocaat toeziet op een goede informatievoorziening naar beide partijen toe. Een inkoppertje: het schriftelijk vastleggen van de instemming in het dossier én naar de betrokken partijen voorkomt problemen achteraf.

Het is de advocaat in principe toegestaan om bij een bestaande of nieuwe cliënt aan te kaarten dat de zaak alleen in behandeling kan worden genomen als een al bestaande of voormalige cliënt daarmee instemt (lid 5). Pas na instemming van degene die de nieuwe opdracht wil verstrekken mag de advocaat contact opnemen met de bestaande of voormalige cliënt om te vragen of aan die zijde bezwaren bestaan. Tot een dergelijk overleg gaat de advocaat echter niet over indien de aard van de concrete relatie met de bestaande cliënt of concrete omstandigheden van het geval zich daartegen verzetten. Voorzichtigheid is dus geboden.

Vragen?

Meer informatie of overleg? Neem contact op met Robert Sanders.