Lees deel 1 hier

Hoofdregel

Als het om IE-bescherming van software gaat, gaat het met name over het auteursrecht. In het auteursrecht is de hoofdregel dat de maker van het werk auteursrechthebbende is. Zoals uitgelegd in het vorige blog komen enkel de bron- en objectcode, het design en voorbereidend ontwerpmateriaal voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking. Volgens de hoofdregel liggen de auteursrechten daarop dus bij de maker (ontwikkelaar) ervan.

Werkgever vs. werknemer

Hier bestaan wel uitzonderingen op. Een veel voorkomende uitzondering is de ontwikkeling in dienstverband. Als de software in dienstverband wordt gemaakt, dan geldt de werkgever als de rechthebbende. Daarvoor is wel vereist dat het ontwikkelen van de software plaatsvindt in het kader van de normale uitoefening van de werkzaamheden van de werknemer. Valt het ontwikkelen van software buiten het takenpakket, dan kan de werknemer mogelijk zelf auteursrechthebbende zijn. Ook is van belang dat het werkgeversauteursrecht enkel op gaat als sprake is van een gezagsverhouding in arbeidsrechtelijke zin. Het geldt dus niet voor externen zoals freelancers of stagiaires. Om eventuele onzekerheid te voorkomen zouden werkgevers in de (arbeids)overeenkomst met een programmeur kunnen opnemen dat het auteursrecht aan de werkgever toekomt en ook wordt overgedragen. Met freelancers e.d. dient dit sowieso contractueel te worden afgesproken.

Opdrachtgever vs. opdrachtnemer

In de relatie opdrachtgever opdrachtnemer ligt het auteursrecht op software in beginsel bij de opdrachtnemer als maker van de software. Het is daarbij niet relevant dat de software uitdrukkelijk in opdracht van de opdrachtgever wordt ontwikkeld en voor de opdrachtgever op maat wordt gemaakt. Ook het feit dat de opdrachtgever de kosten draagt maakt geen verschil. Zonder nadere afspraken liggen de auteursrechten in beginsel bij de opdrachtnemer. Er bestaat echter nog wel een escape. Als een rechtspersoon de software als van haar afkomstig openbaar maakt (bij de eerste openbaarmaking en zonder daarbij de ontwikkelaar als maker te vermelden), wordt die rechtspersoon als auteursrechthebbende aangemerkt (tenzij deze openbaarmaking onrechtmatig is). Hoewel in sommige gevallen dus ook zonder contractuele afspraken het auteursrecht aan de opdrachtgever zou kunnen toekomen, heeft een uitdrukkelijke overdracht sterk de voorkeur omdat dit zekerheid biedt.

Samenwerkingsverband

Indien software door meerdere personen of bedrijven gezamenlijk wordt ontwikkeld, kan sprake zijn van gezamenlijk (ondeelbaar) auteursrecht. Dit is het geval als meerdere partijen een oorspronkelijke bijdrage aan de ontwikkeling van de software hebben geleverd. Dit kan anders zijn als die verschillende bijdragen als zodanig zijn aan te wijzen en gescheiden kunnen worden. In dat geval zullen de verschillende partijen een zelfstandig auteursrecht hebben op het door hun gemaakte deel. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat de graphical user interface kan worden onderscheiden van de onderliggende code.

Einde samenwerkingsverband

Indien sprake is van gezamenlijk auteursrecht, hebben de ontwikkelaars elkaars medewerking nodig voor de exploitatie van het auteursrecht. Wel kan ervoor worden gekozen om hier bij overeenkomst van af te wijken. Regelmatig zie je dat er bij samenwerkingsverbanden die geen rechtspersoon zijn (zoals een vof of een maatschap) na ontbinding problemen ontstaan als er geen afspraken zijn gemaakt over de in samenwerking ontwikkelde software. Ook als één partij software inbrengt om vervolgens door de vof te laten exploiteren, levert dit na ontbinding vaak problemen op. Er moet dan ook duidelijk worden afgesproken wie welke rechten krijgt en wat er na het einde van de vof met de rechten gebeurt.

Overdracht

Als van tevoren duidelijk is aan wie de auteursrechten moeten toekomen, is het belangrijk dat de auteursrechten worden overgedragen. Bijvoorbeeld als het voor opdrachtgever en opdrachtnemer duidelijk is dat de auteursrechten op het op maat gemaakte programma aan de opdrachtgever moet toekomen. Het is niet voldoende dat partijen afspreken dat de auteursrechten aan de opdrachtgever zullen toekomen. Er dient echt expliciet een overdracht te worden afgesproken. De overdracht van auteursrechten moet plaatsvinden bij akte, oftewel een schriftelijk ondertekend stuk.

Licentie

Een andere mogelijkheid om gebruik te maken van software waarvan je oorspronkelijk niet zelf rechthebbende bent, is het verkrijgen van een licentie voor het gebruik. Indien de rechten maar aan één partij toekomen, zal het duidelijk zijn van wie een licentie moet worden verkregen. Echter, software is vaak maatwerk waar verschillende partijen aan hebben bijgedragen, of waarbij tevens gebruik wordt gemaakt van open source software (ook voor het gebruik van open source software gelden bepaalde voorwaarden). In dat geval zal het moeilijk te duiden zijn van wie allemaal een licentie nodig is om rechtmatig gebruik van de software te kunnen maken of welk gebruik onder de open source licenties precies is toegestaan. Het is belangrijk om dit goed uit te zoeken of de licentiegever in te laten staan voor eventuele claims van derden.

Conclusie

Zonder nadere afspraken liggen de auteursrechten op de software in beginsel bij de softwareontwikkelaar als maker van de software. Als de rechten bij bijvoorbeeld de opdrachtgever of bij een samenwerkingsverband moeten komen te liggen, is het belangrijk om daar duidelijke afspraken over te maken. Daarbij is het niet voldoende om af te spreken dat de rechten aan een bepaalde partij zullen toekomen. Er moet echt sprake zijn van een overdracht van rechten, door middel van een ondertekende akte.

Vragen?

Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met ons team IT, Privacy & Cybersecurity.