Karakter heeft de foto’s van het ANP gekocht en ook zijn deze eerder in verschillende media gepubliceerd. Max kon volgens de rechtbank Amsterdam niet met succes een beroep doen op zijn portretrecht, omdat hij een redelijke vergoeding voor het gebruik van zijn foto’s aangeboden heeft gekregen, te weten 10% van de netto-opbrengst.[1] Wanneer kun je wel een beroep doen op het portrecht en wanneer heb je recht op een redelijke vergoeding?

Openbaarmaking van een portret dat zonder een daartoe strekkende opdracht is vervaardigd, is op grond van artikel 21 Auteurswet niet geoorloofd voor zover een redelijk belang van de geportretteerde zich tegen die openbaarmaking verzet. Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een portret wordt niet alleen gekeken naar het gezicht van een persoon. Ook afbeeldingen waarop identificerende factoren van een persoon af te leiden zijn, kunnen worden gekwalificeerd als portret. Van belang is dat de persoon in het portret te herkennen is.[2] Een foto waarop iemand een helm draagt kan derhalve nog steeds een portret zijn.

Een foto mag onder omstandigheden echter wel zonder toestemming van de daarop afgebeelde persoon worden gepubliceerd. Het portretrecht geeft geen aanspraak op een exclusief exploitatierecht.[3] De geportretteerde kan zich slechts tegen openbaarmaking verzetten indien hij een redelijk belang heeft. Bij deze beoordeling wordt een belangenafweging gemaakt tussen het door artikel 8 EVRM beschermde belang van de geportretteerde op eerbieding van zijn persoonlijke levenssfeer en van het door artikel 10 EVRM beschermde belang op vrijheid van meningsuiting en informatievrijheid.

Een redelijk belang kan zich onder andere voordoen wanneer jouw foto wordt gebruikt voor reclamedoeleinden, bijvoorbeeld ter promotie van producten. Het publiek zal hierdoor aannemen dat jij de betreffende producten ondersteunt.[4] Daarnaast kan een redelijk belang zich voordoen wanneer een foto van een bekend persoon, gemaakt tijdens professionele of zakelijke activiteiten, commercieel wordt geëxploiteerd door openbaarmaking hiervan, zonder dat hij daarvoor een vergoeding ontvangt (dit wordt “verzilverbare populariteit” genoemd). Het meedelen in de voordelen van deze exploitatie kan een redelijk belang zijn in de zin van artikel 21 Aw.[5]

Indien een portret ongeoorloofd openbaar is gemaakt kan de geportretteerde recht hebben op een redelijke vergoeding. Bij de beoordeling of een redelijke vergoeding gerechtvaardigd is, moet worden gekeken naar de omstandigheden van het geval. Daarbij moet de vergoeding in ieder geval recht doen aan de mate van populariteit of bekendheid van de geportretteerde en in overeenstemming zijn met de waarde van het exploitatiebelang van de geportretteerde in het economische verkeer.[6]

In het geval van Max werd 10% van de netto-opbrengst als redelijk beoordeeld. Hierbij was onder meer van belang dat het boek een biografie betrof en daardoor algemene nieuwswaarde heeft. Het gebruik van de foto’s in het boek is hierdoor niet louter commercieel. Ook zijn de foto’s slechts gebuikt ter ondersteuning van het verhaal. Daarnaast zijn de foto’s in het kader van de beroepsuitoefening gemaakt en eerder in verschillende media gebruikt.

Gelet op de winnaarsmentaliteit van Max valt uiteraard niet uit te sluiten dat hoger beroep zal worden aangetekend.

[1] Rechtbank Amsterdam 6 december 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:8990 (Verstappen/Karakter).

[2] Zie in dit verband Hoge Raad 2 mei 2003, NJ 2004, 80 (Breekijzer) en Verstappen/Karakter, r.o. 4.4.

[3] Hoge Raad 14 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA2788 (Cruijff/Tirion), r.o. 3.3 en 3.7.

[4] Rechtbank Rotterdam 30 juli 2008, ECLI:NL:RBROT:2008:BD9665, r.o. 5.4.

[5] Verstappen/Karakter, r.o. 4.7.

[6] Zie in dit verband Cruijff/Tirion, r.o. 3.6.3 en Verstappen/Karakter, r.o. 4.9.

Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met ons team IT, Privacy & Cybersecurity.