De compensatieregeling

n dit derde blog van deze serie komt de compensatieregeling aan bod, die een belangrijk onderdeel vormt van het transitieplan dat in de vorige blog centraal stond.

In het pensioenakkoord is afgesproken dat werknemers/deelnemers bij een eventuele verslechtering van hun pensioenperspectief door de overstap naar het nieuwe stelsel adequaat gecompenseerd moeten worden. Het doel van de compensatieregeling is dan ook om nadelige verschillen tussen de oude en pensioenregeling (gedeeltelijk) op te vangen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het beleggingsrisico en het rente- en langlevenrisico, waarmee de werknemer zich geconfronteerd ziet. De compensatie hiervoor kan op verschillende wijzen worden doorgevoerd. Bijvoorbeeld door middel van extra pensioenopbouw, garanties of een looncompensatie.

Heeft de ondernemingsraad instemmingsrecht over de compensatieregeling?

De ondernemingsrecht heeft een instemmingsrecht bij de vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling op grond van de pensioenovereenkomst in de zin van artikel 27 lid 1 sub a WOR. De aangeboden compensatie houdt direct verband met de wijziging van de pensioenovereenkomst en kan dan ook worden gezien als een regeling op grond van de pensioenovereenkomst.

Als er gekozen wordt voor compensatie in de brutoloonsfeer heeft de ondernemingsraad mogelijk (ook) een instemmingsrecht op grond van artikel 27 lid 1 sub c WOR. Dit zal echter alleen het geval zijn als de looncompensatie een wijziging van het beloningssysteem tot gevolg heeft.

Kortom, de ondernemingsraad kan een belangrijke rol vervullen bij het maken van afspraken met de bestuurder over compensatie wegens verslechtering van het pensioenperspectief van de werknemers. Dit kan bovendien ook bijdragen aan het draagvlak voor de nieuwe pensioenregeling onder de werknemers.

Het berekenen van een compensatieregeling is complexe materie. Nu de belangen groot zijn én tegenstrijdig kunnen zijn, adviseren wij ondernemingsraden zich hierbij te laten begeleiden en zich te beraden op het inschakelen van een eigen actuaris voor het (na)rekenwerk. Op grond van artikel 16 en 22 WOR is het de ondernemingsraad toegestaan om externe deskundigen in te schakelen. De kosten komen daarbij voor rekening van de bestuurder, indien deze redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak van de ondernemingsraad en de bestuurder vooraf over de te maken kosten is geïnformeerd.

Termijn!

Op 1 januari 2025 moet het formele traject met de medezeggenschap uiterlijk zijn afgerond. Dit betekent ook dat eventuele afspraken over compensatie duidelijk moeten zijn.

Contact

Wilt u hierover meer weten? Neem contact op met het pensioenteam van De Clercq!

Renate Vink-Dijkstra, Advocaat Arbeid, Medezeggenschap & Mediation

Barbara van Dam-Keuken, Paralegal Arbeid, Medezeggenschap & Mediation

Lees ook: Pensioentransitie voor ondernemingsraden: Transitieplan

Lees ook: Pensioentransitie voor ondernemingsraden: ook de ondernemingsraad kan aan de slag!