Onvoorziene omstandigheden

Daarover kreeg de Raad van Arbitrage in Bouwgeschillen (tot 8 april 2021: Raad van Arbitrage voor de Bouw) te oordelen in twee zaken (vermoedelijk tegen dezelfde aannemer, die werd in ieder geval door dezelfde gemachtigde bijgestaan en het verweer was identiek).

De respectievelijke verkrijgers vorderden de contractuele gefixeerde schadevergoeding van een kwart promille van de aanneemsom per kalenderdag wegens overschrijding van het aantal overeengekomen aantal werkbare werkdagen.

Naast onwerkbare werkdagen door weersomstandigheden voerde de aannemer 20 werkdagen op als onwerkbaar vanwege ‘onvoorziene omstandigheden ten gevolge van coronavirus’. Volgens de aannemer had dit vooral te maken met een gebrek aan werknemers op de werkvloer bij  leveranciers en onderaannemers vanwege de maatregelen tijdens de coronacrisis.

De arbiter wijst deze stelling, als onvoldoende onderbouwd, van de hand. Voor het aannemen van onvoorziene omstandigheden als gevolg van corona is méér vereist dan de blote stelling dat er vanwege de opgelegde maatregelen vertraging is ontstaan. De bouw is nu juist één van de weinige sectoren waarin kon (en kan) worden doorgewerkt, aldus de arbiter. Het beroep van de aannemer op onvoorziene omstandigheden ten gevolge van corona wordt daarom in beide zaken afgewezen.

Dit wil niet zeggen dat een beroep op onvoorziene omstandigheden in gevallen als deze steeds kansloos is. Het beroep op onvoorziene omstandigheden is (immers) afgewezen omdat het onvoldoende onderbouwd is, niet omdat geen sprake zou kunnen zijn van onvoorziene omstandigheden.

In de onderhavige zaken waren de Algemene Voorwaarden van Woningborg van toepassing verklaard. Volgens artikel 14 van die voorwaarden worden werkdagen als onwerkbaar beschouwd indien door omstandigheden buiten de aansprakelijkheid van de aannemer gedurende ten minste 5 uren door het  grootste deel van de werknemers of machines niet kan worden gewerkt. De UAV 2012 kent een vergelijkbare regeling in paragraaf 8 en kent ook halve werkdagen.

Als een aannemer kan onderbouwen dat, bijvoorbeeld, door ziekte (van eigen personeel of dat van onderaannemers of leveranciers) minstens 5 uur per dag (of 2 uur voor een halve werkdag onder de UAV) door het grootste deel van het personeel niet kon worden gewerkt, heeft een beroep op onvoorziene omstandigheden wel degelijk kans van slagen.

 

Per van der Kooi

Advocaat vastgoed- en huurrecht