Wat is turboliquidatie?

Turboliquidatie is een ‘snelle’ ontbinding van rechtspersonen. Dat betekent een ontbinding zonder formele vereffeningsfase. Indien baten op het tijdstip van de ontbinding ontbreken, houdt de rechtspersoon op te bestaan. Dit geldt ook als hij schulden heeft. Een vereffeningstermijn na ontbinding ontbreekt, alsook de aanstelling van een vereffenaar, omdat er geen baten zijn en er niets meer valt te vereffenen. Het moment van ontbinding valt in dat geval direct samen met het moment waarop de rechtspersoon ophoudt te bestaan. De regeling biedt in de praktijk ruimte aan bestuurders om alle baten die er binnen de rechtspersoon zijn te gelde te maken en met de opbrengst daarvan de schulden zoveel mogelijk af te lossen. Op deze wijze kunnen zij toewerken naar een situatie waarin de rechtspersoon betrekkelijk snel en eenvoudig kan worden beëindigd.

De wet stelt bij de toepassing van de turboliquidatie geen nadere eisen aan de verantwoording (aan schuldeisers) over het ontbreken van baten of de afwezigheid van schulden. Het bestuur doet enkel opgave bij de Kamer van Koophandel (KvK) van het feit dat de rechtspersoon is opgehouden te bestaan en verzoekt om uitschrijving uit het handelsregister. De turboliquidatie wordt daarom beschouwd als een snelle, eenvoudige en goedkope wijze om een rechtspersoon op te heffen.

Het wetsvoorstel – wat gaat er veranderen en waarom?

De wetgever verwacht dat een aanzienlijk aantal ondernemers gebruik zal maken van turboliquidatie, mede als consequentie van de economische gevolgen van de coronacrisis. Door de COVID-19 uitbraak zijn veel ondernemers lange tijd – in meer of mindere mate – belemmerd in hun bedrijfsvoering. Ondanks de financiële steun- en herstelpakketten zijn veel ondernemers ingeteerd op hun reserves en/of hebben betalingsachterstanden opgelopen. Daarom wordt voorzien dat een toenemend aantal ondernemers zal willen stoppen en dat ook het aantal onregelmatigheden zal toenemen. Het nieuwe artikel 2:19b BW zal worden ingevoerd.

Indien turboliquidatie wordt toegepast, moet het bestuur binnen 14 dagen na ontbinding de volgende stukken deponeren bij het handelsregister:

  1. een balans en een staat van baten en lasten met betrekking tot het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden en het voorgaande boekjaar als er op het moment van ontbinding over dat jaar nog geen jaarrekening openbaar is gemaakt;
  2. een beschrijving van:
  • de oorzaak van het ontbreken van baten op het tijdstip van de ontbinding;
  • indien aan de orde, de wijze waarop de baten van de rechtspersoon te gelde zijn gemaakt en de opbrengsten zijn verdeeld, en
  • indien aan de orde, de redenen waarom een schuldeiser of schuldeisers geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn gebleven, en

3. de jaarrekeningen over voorgaande boekjaren die nog niet zijn gepubliceerd.

Nadat het bestuur deze deponeringen heeft gedaan, stelt het eventuele schuldeisers hiervan direct schriftelijk op de hoogte. Het gaat erom dat de schuldeisers spoedig kennis kunnen nemen van de beëindiging en de mogelijkheid om financiële gegevens van de rechtspersoon te raadplegen. De verantwoordingsverplichting van het bestuur beoogt schuldeisers door middel van informatie in een betere positie te brengen. Schuldeisers zijn daardoor beter in staat om procedures tot herstel te verkennen. Denk aan de heropening van de vereffening, het indienen van een faillissementsverzoek of het aanspreken van het bestuur op grond van bestuurdersaansprakelijkheid. Met de informatie kunnen schuldeisers in een eventuele procedure aan de bewijslast voldoen. Als het bestuur deze verantwoordingsverplichting niet is nagekomen, krijgen schuldeisers een inzagerecht in de bewaarde administratie van de rechtspersoon, dat met machtiging van de kantonrechter kan worden uitgeoefend.

Bestuursverbod

Op dit moment bepaalt artikel 106a Faillissementswet dat op verzoek van de curator of het openbaar ministerie in een aantal gevallen aan een bestuurder van een failliete vennootschap een bestuursverbod kan worden opgelegd. In aanvulling daarop geeft het wetsvoorstel Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie een aantal nieuwe omstandigheden waaronder het openbaar ministerie aan de rechtbank kan verzoeken om een bestuursverbod op te leggen. In het geval waarbij schulden achterblijven kan een bestuursverbod van maximaal vijf jaar worden opgelegd, als de bestuurder:

  1. niet aan de voorgestelde deponeringsverplichting heeft voldaan;
  2. in aanloop naar de ontbinding doelbewust één of meer schuldeisers aanmerkelijk heeft benadeeld, of
  3. herhaaldelijk betrokken is geweest bij een ontbinding zonder baten met achterlating van schulden of bij een faillissement en hem daarvan een persoonlijk verwijt treft.

Op 14 september 2022 wordt het wetsvoorstel in de Tweede Kamer behandeld. De voorgestelde regeling wordt in eerste instantie twee jaar van kracht, maar kan in een structurele regeling worden omgezet. Het is nog niet bekend wanneer de regeling in werking treedt.

Vragen?

Heeft u vragen over het stoppen van uw onderneming, of bent u schuldeiser van een ontbonden rechtspersoon? Neem contact op met Tim de Vries, advocaat Ondernemingsrecht.