Duur van NOW 3

De NOW 3 zal duren van 1 oktober 2020 t/m 30 juni 2021, een periode van 9 maanden. Deze periode van 9 maanden wordt opgedeeld in 3 perioden/tijdvakken van telkens 3 maanden, waarvoor steeds afzonderlijk NOW-subsidie kan worden aangevraagd en waarvoor gedeeltelijk andere regels zullen gelden:

Tijdvak 1: van 1 oktober t/m 31 december 2020;

Tijdvak 2: van 1 januari 2021 t/m 31 maart 2021;

Tijdvak 3: van 1 april 2021 t/m 30 juni 2021.

Minimaal omzetverlies als voorwaarde voor beroep op NOW 3

Bij de NOW 1 en de NOW 2 was een voorwaarde voor deelname een minimaal omzetverlies van 20% over een periode van 3 (NOW 1) of 4 (NOW 2) maanden. Bij NOW 3 verandert dit.

In Tijdvak 1 geldt als voorwaarde een minimaal omzetverlies van 20%.

In Tijdvak 2 en Tijdvak 3 geldt als voorwaarde een minimaal omzetverlies van 30%.

Ook in NOW 3 blijft gelden dat de onderneming niet hoeft aan te tonen dat de omzetdaling een gevolg is van het coronavirus.

Hoogte van de tegemoetkoming

De hoogte van de tegemoetkoming blijft gekoppeld aan de verwachte omzetdaling en de loonkosten. Hoe hoger de omzetdaling, hoe hoger de tegemoetkoming in de loonkosten.

In NOW 1 en NOW 2 gold een maximale tegemoetkoming van 90% van de loonkosten. Bij een omzetdaling van 100% was de tegemoetkoming 90%, bij een omzetdaling van 60% was de tegemoetkoming 54%, et cetera. In NOW 3 wordt het maximum van de tegemoetkoming stapsgewijs verlaagd:

Tijdvak 1: maximaal 80%;

Tijdvak 2: maximaal 70%;

Tijdvak 3: maximaal 60%.

De tegemoetkoming wordt telkens verleend voor een periode van drie maanden.

Lagere subsidie bij dalende loonkosten

In de NOW 1 en NOW 2 was sprake van een lagere subsidie bij dalende loonkosten. Bij de definitieve vaststelling van de subsidie werden de loonkosten van de ‘refertemaand’ vergeleken met de loonkosten van de periode waarover subsidie werd ontvangen. Bij een gedaalde loonsom ten opzichte van de referentieperiode kreeg de werkgever voor elke euro daling in de loonkosten 90 cent minder subsidie. Daarbij vond geen correctie plaats indien de omzetdaling minder dan 100% was.

Dit systeem wordt geleidelijk iets losgelaten. Er zal nog steeds sprake zijn van een referentieperiode en een lagere tegemoetkoming bij dalende loonkosten. Onder de NOW 3 kunnen bedrijven de loonsom iets naar beneden aanpassen zonder dat dit tot uiting komt in een verlaging van de subsidie bij de vaststelling. In Tijdvak 1 kan de onderneming de loonsom laten dalen met 10%, in Tijdvak 2 met 15%, en in Tijdvak 3 met 20%. Het aanpassen van de loonkosten kan volgens het kabinet bijvoorbeeld door natuurlijk verloop, door ontslagen of door werknemers te vragen om een vrijwillig loonoffer. De werkgever kan in overleg met de werknemers(vertegenwoordiging) bepalen of en hoe hij de loonsom wil laten dalen, aldus het kabinet.

Overigens is nog niet bekend wat de referentieperiode/refertemaand zal zijn voor de verschillende Tijdvakken van NOW 3. Voor NOW 1 (1 maart t/m 31 mei 2020) was de refertemaand januari 2020 en voor NOW 2 (van 1 juni t/m 30 september 2020) was de refertemaand maart 2020. Ook is niet helemaal duidelijk of de mogelijkheid om de loonsom te laten dalen telkens zal gelden ten opzichte van het vorige NOW tijdvak (dus eerst 10%, dan 15% en dan 20%), of ten opzichte van één en hetzelfde tijdvak (dus na 9 maanden in totaal 20%). Dit zal nog bekend worden als de regeling wordt gepubliceerd.

Voor ondernemingen die per 1 oktober 2020 een reorganisatie hebben doorgevoerd, waardoor zij vanaf 1 oktober 2020 een substantieel lagere loonsom hebben, zou dit kunnen betekenen dat zij in Tijdvak 1 van NOW 3 geen NOW-subsidie zullen ontvangen, maar in Tijdvak 2 en 3 weer wel.

Korting bij bedrijfseconomisch ontslag komt te vervallen

In NOW 1 en NOW 2 gold een korting op het moment dat sprake was van een ontslagaanvraag tijdens de looptijd van de NOW-regeling. Die regeling komt te vervallen met NOW 3. Hoewel deze niet expliciet is benoemd in de brief van het kabinet, lijkt ook de boete bij een aanvraag van een collectief ontslag te vervallen.

Berekening loonkosten

Bij NOW 1 werden de loonkosten – kort gezegd – berekend door het socialeverzekeringsloon te vermenigvuldigen met 1,3 (30%) Bij NOW 2 is dit al verhoogd naar 40%. Ook bij NOW 3 zullen de loonkosten worden berekend door het socialeverzekeringsloon te vermenigvuldigen met 1,4 (40%).

Per werknemer geldt voor de subsidieberekening in Tijdvak 1 en Tijdvak 2 een maximum aan loonkosten van € 2x het maximum dagloon. Dat is in 2020 9.691 per maand. Dit was al zo in NOW 1 en NOW 2. In Tijdvak 3 wordt het maximum aan loonkosten significant verlaagd, naar 1x het maximum dagloon (nu € 4.845 per maand, per 1 januari 2021 zal dit iets hoger zijn). Als een werknemer meer dan dit bedrag verdient, zal voor het meerdere geen compensatie worden geboden. Dit heeft dus gevolgen voor de subsidie voor ondernemingen met werknemers met hoge(re) inkomens.

Focus op scholing en werk-naar-werk

Met NOW 3 zet het kabinet nog meer in op scholing van werknemers.

Daarnaast stelt het kabinet geld beschikbaar voor scholing en van-werk-naar-werk-trajecten. Het geld dat in Tijdvak 1 wordt ‘bespaard’ door de maximale tegemoetkoming te verlagen van 90% naar 80% wordt door het kabinet gestoken in scholing en van-werk-naar-werk-trajecten.

In NOW 2 was al een inspanningsverplichting gericht op scholing voor werkgevers geïntroduceerd. Deze blijft bestaan. Werkgevers worden door het kabinet opgeroepen om het voortouw te nemen in het begeleiden van hun werknemers van werk naar werk. Werkgevers kunnen immers vroeg signaleren dat werk onder druk staat en wat werkenden nodig hebben om aan het werk te blijven, bij dezelfde werkgever of bij een andere werkgever. Het kabinet zal nog een pakket uitwerken dat inzet op maatregelen die zorgen voor ondersteuning en begeleiding bij heroriëntatie op de arbeidsmarkt en maatregelen gericht op de financiering van bij- en omscholing. Het kabinet noemt onder meer ontwikkeladviezen, versterking van basisvaardigheden en leercultuur op de werkvloer, intersectorale omscholing en online scholing als aandachtspunten.

Praktische informatie

Aanvragen van NOW 3 voor Tijdvak 1 kan waarschijnlijk vanaf 16 november 2020 via de website van het UWV. Ook bij NOW 3 geldt dat een voorschot van 80% van de verwachte subsidie zal worden betaald. Na de zomer van 2021 zal de subsidie worden vastgesteld. Het verbod op het uitkeren van dividend en bonusuitkeringen blijft in de NOW-systematiek bestaan.

Aanvullende regelingen

De NOW 3 biedt zekerheid en duidelijkheid voor de komende 9 maanden. De steun neemt wel af en het kabinet erkent expliciet dat niet alle werkgelegenheid kan worden behouden. Getroffen ondernemingen krijgen nog meer ruimte om maatregelen te treffen. Afhankelijk van de specifieke situatie van uw onderneming kunnen die maatregelen gelegen zijn in ontslagen om bedrijfseconomische redenen of het vragen van werknemers om een vrijwillig loonoffer te maken.

Vragen?

Wilt u weten wat voor uw onderneming het meest geschikte middel is om te overleven? Neemt u gerust contact op met één van onze specialisten van het Team Arbeid & Pensioen.

Renate Vink-Dijkstra